Excuses Japan voor „troostmeisjes”
TOKIO (ANP/RTR/DPA). Japan en Zuid-Korea hebben een akkoord bereikt over een jarenlang geschil in de kwestie van slavernij van vrouwen in bordelen van het Japanse keizerlijke leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit liet de Zuid-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken Yun Byung Se maandag weten na een ontmoeting met de Japanse minister van Buitenlandse Zaken Fumio Kishida.
Japan erkent nu zijn verantwoordelijkheid in de kwestie en voelt zich „diep verantwoordelijk”. Beide partijen kwamen overeen een nieuw fonds op te richten om de slachtoffers te ondersteunen.
„Premier Shinzo Abe drukt als minister-president van Japan zijn oprechte gevoel van excuses en berouw uit voor allen die als ‘troostmeisjes’ veel leed en ongeneeslijke psychische en lichamelijke wonden hebben ervaren”, zei minister Kishida op een persconferentie.
De controverse over de zogenaamde ‘troostmeisjes’ vormde tot nu toe het grootste obstakel voor verbetering van de betrekkingen tussen beide Oost-Aziatische landen.
De kwestie van de ‘troostmeisjes’ was ook een gevoelig onderwerp in de relaties met Nederland. Naar schatting 200.000 vrouwen uit onder meer China en Korea werden door Japanners in de oorlog gedwongen als prostituee te werken. Ook in Nederlands-Indië kregen vrouwen hiermee te maken. In 1993 betuigde Japan hierover spijt.