„Aan iedere operatie zitten risico’s. Die probeer je zo klein mogelijk te maken. Dat doen de Nederlandse militairen gewoon goed en professioneel”, aldus Hennis dinsdag na een tweedaags bezoek aan de manschappen in Mali.

De minister benadrukt dat Mali onlangs ook al de noodtoestand afkondigde na een aanslag op een hotel. De nieuwe noodtoestand maakt wel duidelijk hoe broos het vredesproces hier is, zegt Hennis. Het gaat vooruit, maar met muizenstapjes, aldus de minister. Volgens haar is de regering bezorgd dat terroristische groeperingen hun krachten willen bundelen.

Hennis was samen met commandant der strijdkrachten Tom Middendorp en minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) op troepenbezoek in Mali. Voor Dijsselbloem was het de eerste keer.

Met zijn aanwezigheid wilde de bewindsman aantonen dat „we vanuit het hele kabinet betrokken zijn met wat onze mannen en vrouwen in het buitenland doen”. Dijsselbloem maakte de militairen duidelijk dat hun inzet zeer wordt gewaardeerd, „en zeker nu ze ver van huis zijn tijdens de feestdagen”.

Volgens de minister was het ook goed om alles echt een keer ter plekke te zien. „Het zijn natuurlijk grote beslissingen die wij nemen om mensen uit te zenden”, aldus Dijsselbloem.

Het kabinet besloot vorige week het aantal militairen in Mali volgend jaar te verminderen van ongeveer 450 naar 300. De taken worden overgenomen door Deense, Duitse en Tsjechische militairen.