No–claim in zorg levert meevaller van 200 miljoen op
De no–claimregeling die het kabinet volgend jaar voor ziekenfondsverzekerden wil invoeren, levert minister Hoogervorst (Volksgezondheid) een meevaller van 200 miljoen euro op. Dat blijkt uit een berekening van het Centraal Planbureau. Hoogervorst wil dat geld gebruiken voor tegenvallers op zijn begroting.
Dat staat in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat maandag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De no–claimregeling komt in plaats van het eigen risico dat het kabinet aanvankelijk wilde invoeren. Bij dat eigen risico zouden verzekerden de eerste 250 euro die ze uitgeven aan zorg van arts of medicijnen, zelf betalen.
Met de no–claimregeling betalen zij eerst een hogere premie. De verhoging bedraagt 5,25 euro extra per maand. Aan het eind van het jaar krijgen ze dan eventueel geld terug als ze minder dan 250 euro hebben uitgegeven aan zorg. Ze gaan het jaar daarop niet minder premie betalen.
Zorg voor kinderen onder de 18 jaar, kraam– en verloskundige zorg zijn uitgezonderd van deze regeling. Kosten gemaakt bij de huisarts tellen voor 25 procent mee. Voor alle overige ziekenfondszorg geldt dat de kosten hiervan voor de volle 100 procent ten laste komen van de no–claimteruggaaf. De verwachting is dat elk jaar de helft van de verzekerden een hele of gedeeltelijke no–claimteruggaaf ontvangt.
Het eigen risico dat het kabinet aanvankelijk wilde invoeren, moest een bezuiniging van 210 miljoen euro opleveren. De no–claimregeling levert, zo blijkt uit een herberekening van het Centraal Planbureau, 200 miljoen euro meer op. Verder verwacht het kabinet dat de regeling een besparing op de collectieve uitgaven van 1,66 miljard euro met zich mee brengt.