De Hamas–organisatie, die zich tegen de staat Israël verzet, kondigde als vergelding de dood van honderden Israëli’s aan. Uit vrees voor wraakacties is de Israëlische politie in de hoogste staat van paraatheid gebracht.

Tienduizenden woedende en rouwende Palestijnen gingen meteen na de aanslag de straat op. Zij schoten in de lucht en staken autobanden in brand. Ook bij de begrafenis van Yassin enkele uren later waren de Palestijnen massaal op de been.

De sjeik (67) was vanuit helikopters met raketten bestookt toen hij in zijn rolstoel in Gaza een moskee verliet. Nog zeker acht andere personen, onder wie lijfwachten, kwamen door de actie om het leven. In confrontaties tussen Israëlische militairen en demonstranten in de loop van de dag stierven minstens zes Palestijnen.

De Israëlische premier Sharon rechtvaardigde de liquidatie van Yassin als onderdeel van de aanhoudende strijd tegen het terrorisme. Hij feliciteerde de Israëlische strijdkrachten met de geslaagde uitschakeling van Yassin. „De staat Israël raakte deze morgen de eerste en prominentste leider van de Palestijnse terroristische moordenaars", aldus Sharon in zijn eerste publieke reactie op de operatie.

De veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Bush, Rice, weersprak aantijgingen van Hamas dat Washington zich achter de aanslag zou hebben gesteld. Volgens Washington stelde Israël zijn trouwe bondgenoot Verenigde Staten niet vooraf op de hoogte van het plan om de Hamas–leider te vermoorden.

Washington veroordeelde de moordaanslag niet, in tegenstelling tot andere westerse landen die direct of indirect kritiek uitten. De gezant van de Europese Unie voor het buitenland, Solana, noemde de gewelddadige dood van Yassin heel, heel slecht nieuws voor het vredesproces in het Midden–Oosten: „Dit soort acties draagt absoluut niet bij aan het scheppen van condities voor vrede." Ook de ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie veroordeelden in een gezamenlijke verklaring „de buitengerechtelijke moord" op Yassin als overtreding van het internationaal recht. Ook de Verenigde Naties, Rusland en het Vaticaan veroordeelden de operatie.

De Egyptische president Mubarak kondigde aan dat Egypte „na deze lafhartige aanval" niet zal deelnemen aan de herdenking van het vredesverdrag van Camp David, dat Israël en Egypte 25 jaar geleden ondertekenden. De Jordaanse koning Abdullah II sprak van een misdaad. Iran had het over een daad van terreur en barbarisme van het zionistische regime. De Arabische Liga noemde de aanslag staatsterreur in zijn afschuwelijkste vorm. In Libanon, Egypte en Jordanië kwam het tot protesten.

De Palestijnse leider Arafat kondigde drie dagen van rouw af. De Hamas–leiding verklaarde dat Sharon met de liquidatie de „poorten naar de hel" heeft geopend. Volgens Hamas was hun leider juist gematigd.

De Palestijnse premier Qurei zag het net zo. Yassin had Hamas onder controle en daarom is dit een gevaarlijke, laffe daad, reageerde hij. „Dit is een duidelijke boodschap aan de wereld dat Israël er niet klaar voor is met de Palestijnen aan tafel te zitten en vrede te bespreken". De Palestijnse Autoriteit kondigde aan een klacht in te dienen bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.