Het aantal uitgebrachte stemmen op extreem-rechts blijft met ongeveer 17 procent gelijk aan de resultaten in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in 2002. Leider Jean-Marie Le Pen van het Front National kreeg toen méér stemmen dan de socialistische kandidaat Lionel Jospin, en kwam in de twee ronde dus uit tegen president, Jacques Chirac.

Vrij algemeen wordt de linkse winst gezien als een afkeuring van de huidige, rechtsliberale regeringspolitiek. De opkomst was hoger dan verwacht: ruim 60 procent.

De extreem-rechtse Frontkandidaten hebben het uitstekend gedaan in bijvoorbeeld de regio Provence-Alpes-Côte-d’Azur, waar hun kandidaat Macary bijna een kwart van de uitgebrachte stemmen op zijn naam kreeg, bijna evenveel als de UMP-kandidaat, staatssecretaris Renaud Muselier van Buitenlandse Zaken. In de regio Rhône-Alpes stemde bijna 20 procent op FN-kandidaat Gollinisch. In de regio Nord-Pas-de-Calais kreeg de FN-kandidaat volgens de eerst beschikbare cijfers zelfs méér stemmen dan zijn UMP-tegenstander, minister Delevoie van Ambtenarenzaken. De socialisten hebben evenwel alle kans om die regio in handen te houden, temeer omdat de Groenen en de communisten er met aparte lijsten uitkwamen.

Komende zondag is de beslissende ronde in de verkiezing voor de komende zes jaar van de 1829 regionale afgevaardigden, plus eenderde (2034 zetels) in de departementale raden (provinciale staten). De regionale raden worden steeds belangrijker omdat Frankrijk decentraliseert. Steeds meer beslissingen over transport, onderwijs, ziekenzorg, uitkeringen en sociale zaken worden overgeheveld van de rijksoverheid naar de 26 regionale besturen.