Gesprek met Bouterse brengt geen opklaring over decembermoorden
Slechts weinig Surinamers geloven in de oprechtheid van hun huidige president, Desi Bouterse. Die blijft ontkennen dat hij 23 jaar geleden iets te maken had met de Decembermoorden.
De Surinaamse oud-dictator was woensdagavond te zien op de staatstelevisie met een uitgebreid gesprek over het bloedbad op 8 december 1982. Al die jaren staat hij onder verdenking van betrokkenheid bij het doodschieten van de vijftien mannen die zich tegen de militaire staatsgreep onder leiding van Bouterse hadden gekeerd. Volgens sommigen zou hij zelfs zelf de trekker hebben overgehaald. Maar dat is allemaal onjuist, zei hij gisteravond in gesprek met Sandew Hira, broer van een van de vijftien slachtoffers, waarvan het tweede deel gisteravond door de Surinaamse staatstelevisie werd uitgezonden.
Veel nieuwe feiten leverde het gesprek met Bouterse niet op. Hij stelt dat de zestien tegenstanders van zijn toenmalige militaire regime nadat ze waren opgepakt, zijn verhoord en in een cel in Fort Zeelandia in Paramaribo zijn gezet. „De vraag was toen wat we met hen zouden doen: naar het buitenland brengen, executeren? De standpunten daarover waren verdeeld. Maar ik heb gezegd dat ik geen voorstander was van executie, dat we de zaak één of twee dagen moesten laten rusten.”
Miljoen procent
Toch werden er uiteindelijk vijftien mannen standrechtelijk geëxecuteerd. Bouterse zegt dat hij in de vooravond is vertrokken uit het fort en niet weet wat zich daar vervolgens heeft afgespeeld. „Maar ik ben er een miljoen procent zeker van dat ik niemand heb gedood en ook niet weet wie dat heeft gedaan.”
Later in het gesprek liet hij weten dat het hem niet zou verbazen als Roy Horb en Paul Bhagwandas, twee van de mede-coupplegers van 1980, verantwoordelijk waren voor de moorden. Maar beide mannen zijn niet meer in leven: Horb werd op 30 januari 1983 opgepakt op verdenking van „staatsondermijning” en twee dagen later dood aangetroffen in zijn cel, Bhagwandas overleed in 1996. Beiden hebben voor hun dood verklaard dat Bouterse wel degelijk ook zelf enkele slachtoffers heeft doodgeschoten.
Opmerkelijk is dat Hira tijdens het gesprek de conclusie trekt dat de vijftien mannen niet zijn gemarteld. Dit is in rechtstreekse strijd met de autopsierapporten en beelden van de slachtoffers kort voor hun executie, alsmede verklaringen van getuigen. Voor veel Surinamers, en vooral de nabestaanden van de slachtoffers, is dit een extra bewijs dat het initiatief van Hira om via een tv-gesprek met Bouterse de waarheid boven water te krijgen, gedoemd is te mislukken.
Buitenverblijf
Sandew Hira (pseudoniem voor Dew Baboeram) is een broer van advocaat John Baboeram, een van de slachtoffers van de Decembermoorden. Hij schreef enkele maanden geleden een brief aan Bouterse met het verzoek eindelijk eens openheid van zaken te geven.
Tot ieders verbazing ging de ex-dictator op dit verzoek in en was hij bereid tot een gesprek eind november. Dat vond plaats in een van zijn vele buitenverblijven in de Surinaamse jungle. Het gesprek werd door het propagandateam van Bouterse met camera’s vastgelegd en is deze week in delen uitgezonden op de staatszender.
Het steekt de nabestaanden echter dat Hira niet de moeite heeft genomen om eerst met hen te overleggen alvorens met Bouterse bij het kampvuur in de jungle te gaan zitten. Volgens Hira beschikte hij niet over hun contactgegevens, maar dat doen nabestaanden af als flauwekul. Zelfs de weduwe en kinderen van Hira’s eigen broer hebben zich publiekelijk afgezet tegen zijn initiatief.
Daarnaast geeft het verleden van Hira redenen genoeg om twijfels te hebben over zijn objectiviteit. Hij was begin jaren tachtig als marxist een fervent aanhanger van de linkse dictatuur en droeg het militaire regime van Bouterse een warm hart toe. Enkele weken na de decembermoorden, op 21 januari 1983, stak hij in het Nederlandse communistische dagblad De Waarheid zelfs de loftrompet af over Maurice Bishop, Bouterses vriend en tevens dictator op het Caraïbische eiland Grenada. Bishop bezocht enkele weken voor de moorden Suriname en zou Bouterse geadviseerd hebben korte metten te maken met zijn tegenstanders. Hira prijst in dat bewuste artikel de revolutie op Grenada en trekt een vergelijking met Suriname. In het hele artikel rept hij met geen woord over de moord op zijn eigen broer en de veertien andere geëxecuteerden, enkele weken eerder.
Grote vraag is en blijft vooralsnog of de waarheidsvinding, zoals Hira dit project noemt, nieuwe feiten aan het licht zal brengen. Op het antwoord moeten Surinamers nog een jaar wachten. Hira gaat de komende maanden nog praten met militairen, nabestaanden en andere betrokkenen. Eind volgend jaar zal hij al zijn bevindingen met de wereld delen.
De nabestaanden hebben in ieder geval geen enkel vertrouwen in het onderzoek van Hira. „Deze waarheidsvinding is bij voorbaat gedoemd te mislukken”, zegt Romeoa Hoost van het Comité Herdenkings Slachtoffers Suriname en broer van de vermoorde advocaat Eddy Hoost.
Lees ook: RD-interview met Bouterse, waarin hij zegt „veel steun in het geloof” te vinden.