Binnenland

Wijster vertelt eindelijk over de treinkaping van 1975

WIJSTER. Voor het eerst stond Wijster woensdagavond gezamenlijk stil bij de treinkaping van veertig jaar geleden. „De mensen praten hier niet zo gemakkelijk”, zegt een Amsterdammer die twintig jaar in „dit schattige dorpje” woont. „Ik heb er weleens naar gevraagd, maar dan hoorde je weinig.” Terwijl de gebeurtenissen diep ingrepen.

L. Vogelaar
3 December 2015 09:44Gewijzigd op 15 November 2020 23:48
Treinkaping bij Wijster in 1975. beeld ANP
Treinkaping bij Wijster in 1975. beeld ANP

De ‘Wiesters’ zijn onder elkaar, dus ze praten de hele avond Drents dialect. Dorpshuis Weidehoek zit bomvol. „Wijster telt 900 inwoners, net zoiets als destijds. Het lijkt erop dat bijna de helft van het dorp aanwezig is.”

Rinus Bouwmeester, voor wie het tumult van destijds aanleiding was om de journalistiek in te gaan, interviewt mensen die aan de Oosterseveldweg woonden, dicht bij de locatie waar Molukse jongeren twaalf dagen lang een groep treinpassagiers gijzelden.

Jan Alberts had zicht op de trein als hij in zijn kamer zat te leren. Toen het duister geworden was, kreeg hij het idee: Er is daar buiten iets. Hij sloop met bonkend hart de boerderij uit, het zandpad op. Daar stuitte hij op een groepje dat uit het achterste treinstel was ontsnapt. Later kwam ook de conducteur naar de boerderij. „Wat was die overstuur”, zegt Jans moeder. „De kapers hadden hem vastgebonden. Hij verwachtte na de geëxecuteerde machinist het volgende slachtoffer te zijn. Hij had zich weten te bevrijden. Bebloed kwam hij bij ons in huis.”

Na afloop van de kaping viel de boerin „in een gat.” Ze schreef „alles” op wat ze die dagen had meegemaakt. „Toen kon ik pas weer slapen.”

Voor het eerst doet de familie Alberts nu haar verhaal. „De ernst van de situatie had ons bij de strot”, zegt Jan. „De acties, ook in 1977 en 1978, hebben ons hier in Drenthe veel gedaan.”

Toon en Hennie Verschelling zwegen ook veertig jaar over de periode waarin hun rustige leventje op z’n kop werd gezet. „We waren net een jaar getrouwd, hadden alle spullen nieuw. Twaalf dagen zat onze boerderij vol politie en militairen. Toen iemand na afloop de schade kwam noteren, zei hij halverwege: Ik kan beter opschrijven wat er níét kapot is. Het heeft twee jaar geduurd voordat we vergoeding kregen.”

Hennie mocht aanvankelijk niet naar huis toen de trein gekaapt was, totdat Toon haar belde: „Je moet komen, want het krioelt hier van de mensen en die hebben honger. De diepvries is al leeg.” Ze laadde haar Dafje vol proviand en reed naar de boerderij. „De eerste nachten kwamen we niet op bed, zo druk hadden we het. Koffie, soep, we maakten grote hoeveelheden. Er zat zeventig, tachtig man in huis. Alleen de slaapkamer hadden we voor onszelf.”

Op een nacht sloop een groepje mariniers naar de trein en monteerde er afluisterapparatuur onder. Helaas, zegt Verschelling, was het een van de treinen waar nog geen luik aan de onderkant zat. „Anders waren ze naar binnen gegaan.”

Op een dag stonden er vijf kapers buiten de trein. Dat bood de gelegenheid om hen uit te schakelen. Er ging een telefoontje naar het beleidscentrum: „Zullen we hen door de benen schieten?” „Nee, we onderhandelen.”

Om het ontwrichte leven van de boerderijbewoners wat op te vrolijken, speelden enkele mariniers voor Sinterklaas en Zwarte Piet. Juist toen klonk een knal uit de afluisterapparatuur. Sinterklaas wierp zijn mijter af en de scherpschutters stormden richting de trein. Daar bleek een geweer per ongeluk afgegaan te zijn. Een van de kapers moest gewond worden afgevoerd.

De vrouw die werd beschoten toen ze bij de trein ging kijken, komt aan het woord. En het meisje dat in tranen was toen ze op tv zag hoe haar pony binnen schootsafstand van de trein was.

De Molukkers beëindigden hun actie. Stil kijken de Wijsternaren naar filmbeelden van de kapers die met de bemiddelaars uit de trein stappen en even later worden gefouilleerd en afgevoerd. Het gebeurde hier, zo dichtbij, in het rustige Drentse land, alweer veertig jaar geleden. „De eerste jaren daarna dacht je steeds als er een trein langzaam reed of even stilstond: Oeps…”

Dit is het slot van een vierdelige serie over de treinkaping bij Wijster in 1975.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer