Het rapport staaft de beschuldigingen van een aantal tegenstanders van Iran, die al jaren beweerden dat het land probeerde een atoombom te vervaardigen. Het IAEA maakte vier jaar geleden kenbaar dat het ‘geloofwaardig’ bewijsmateriaal had vergaard dat die verdenkingen schraagde en stelde een onderzoek in.

Voor 2003 werkte Iran het meest ‘gecoördineerd’ aan de ontwikkeling van atoomwapens, stelt het IAEA in het onderzoeksverslag. Daarna verslapte dat, al duurden sommige deelprojecten voort tot 2009.

Het IAEA-rapport hoopt het laatste woord te spreken over de verdenkingen dat Iran aan een atoombom werkte of zelfs werkt. De VN-organisatie baseert haar oordeel op bewijs dat zij van de inlichtingendiensten van de Verenigde Staten, Israël en andere tegenstanders van Iran kreeg en op eigen onderzoek en vraaggesprekken.

Het IAEA laat wel doorschemeren dat zijn conclusies minder hard zijn dan gehoopt omdat de Iraanse regering niet alle gegevens verstrekte die het IAEA vroeg. Het houdt onder meer om die reden een slag om de arm en spreekt van een ‘inschatting’.

Het rapport maakt de weg vrij voor de versoepeling van de sancties die Iran zijn opgelegd, zoals in het akkoord over het atoomprogramma van afgelopen zomer is afgesproken. Daarin beloofde Iran zijn medewerking te verlenen aan het IAEA-onderzoek, al werd niet vastgelegd welke informatie Iran diende te verstrekken.