EU en Turkije hebben elkaar nodig over vluchtelingen
APELDOORN. De Europese Unie en Turkije hebben zondag een zogeheten ”migratiepact” gesloten. Dat is een overeenkomst om de vluchtelingenstroom te beperken. Vier vragen over de inhoud.
Wat is er afgesproken?
De 28 regeringsleiders van de EU en de premier van Turkije kwamen overeen dat er 3 miljard euro aan EU-geld gaat naar vluchtelingenkampen voor Syriërs in Turkije. De opgevangen kinderen moeten naar school kunnen en volwassenen moeten werken. Ook de leefbaarheid in de kampen moet verbeteren.
Daarnaast probeerden de 29 politici orde te scheppen in de vluchtelingenstroom. Vluchtelingen die geen recht hebben op asiel en via Turkije naar Europa zijn gekomen, moeten weer terug naar Turkije en uiteindelijk naar het land van herkomst.
De EU-landen zijn bereid om mensen die door de Verenigde Naties als vluchtelingen zijn erkend, op te nemen. Aantallen zijn er niet genoemd. Het verdelen van vluchtelingen over de EU ligt in sommige lidstaten erg gevoelig.
De gesprekken met de EU hadden officieel niets te maken met een mogelijk EU-lidmaatschap van het land. Toch werd afgesproken om de gesprekken over Turkse toetreding nieuw leven in te blazen. Vanaf nu komt er twee keer per jaar een overleg tussen de EU en Turkije.
Tegen die achtergrond staat de afspraak over visumvrij reizen door Turken naar de EU. Het is de bedoeling dat dit over een jaar mogelijk is.
Wordt er nu 3 miljard euro overgemaakt naar de regering in Ankara?
Premier Rutte zegt uitdrukkelijk van niet. Het geld gaat naar de verbetering in de opvangkampen. Het is mogelijk dat het geld direct naar de ontvangers gaat en nooit langs Ankara komt. Maar garanties daarvoor zijn er niet. Premier Rutte heeft vorige week al in de Tweede Kamer gezegd dat dit geld niet is bedoeld om de Turkse regering te spekken. Er zijn waarschijnlijk voldoende partijen die deze geldstromen kritisch in de gaten houden.
Is deze top een voorbode van Turkse toetreding tot de Europese Unie?
Absoluut niet. Turkije vroeg al in 1987 het lidmaatschap aan, maar sindsdien is de kloof alleen maar groter geworden. Momenteel is niet eens duidelijk of de Turkse regering zelf de toekomst van het land wel echt in de EU ziet.
Zodra er over lidmaatschap wordt gesproken, moeten Europa en Turkije het over honderden pagina’s aan bepalingen eens worden. Vele daarvan betreffen de mensenrechtensituatie in Turkije. In Brussel bestaat juist de laatste jaren grote reserve tegen Ankara op dat punt. Dat geldt zowel de vrije pers als de vrijheid van godsdienst. Christelijke kerken worden sterk beperkt.
Om de vluchtelingenstromen enigszins te beperken, is samenwerking met Turkije nodig. Beide partijen zijn op dit punt van elkaar afhankelijk. En dat betekent dat er ook van beide kanten iets moet worden toegegeven. Daaronder valt wellicht het voornemen om de visumverplichting af te schaffen.
Hoe kunnen deze afspraken de stroom vluchtelingen beperken?
De afspraken met Turkije zijn een vorm van ”opvang in de regio.” Dat is een heel oud mantra dat altijd weer terugkeert zodra er grote stromen vluchtelingen zijn. Om die opvang in (de buurt van) Syrië mogelijk te maken, is samenwerking met Turkije nodig. Het land is op zijn eentje niet in staat dit probleem aan te pakken.