Rusland ontziet gematigde oppositie in Syrië
MOSKOU (ANP/DPA). De Russische president Vladimir Poetin heeft donderdag beloofd aanvallen op gewapende groepen in Syrië die ook tegen de terroristen vechten te vermijden. Hij zei dit na gesprekken in Moskou met zijn Franse ambtgenoot François Hollande.
De toezegging aan Hollande is een belangrijke stap op weg naar militaire samenwerking tussen Rusland en de westerse en Arabische internationale coalitie tegen terreurgroep Islamitische Staat (IS). Het Westen steunt groepen die strijden tegen de Syrische regering van president Bashar al-Assad die door het Kremlin wordt gesteund.
Tot dusverre bestoken de Russische strijdkrachten in Syrië alle vijanden van het regime van Assad, ook groepen die zowel Assad als de soennitische extremisten tot hun vijanden rekenen. Dit leidde kennelijk dinsdag tot het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig door Turkije.
Ankara heeft afgelopen tijd bij het Kremlin en de VN geklaagd dat burgers van de Turkmeense minderheid in Syrië het slachtoffer zijn van Russische bombardementen. Ankara beschouwt Turkmenen als etnische verwanten. Turkmeense milities vechten in Noord-Syrië tegen de troepen van Assad en ze zijn ook vijanden van jihadisten.
Het neerhalen van het Russische vliegtuig belemmerde pogingen een soort monsterverbond te sluiten, waarbij alle partijen die tegen IS vechten, inclusief Rusland en de VS, gezamenlijk optreden.
Maar Frankrijk en Rusland gaan hun luchtaanvallen op Syrië in ieder geval coördineren. Dit zei Hollande donderdag in Moskou na gesprekken met Poetin. Hollande zei dat vooral de oliewinning, waar de soennitische extremisten van IS geld mee verdienen, doelwit wordt. Hollande zei voorts dat het erg belangrijk is dat de Turks-Russische ruzie over het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig dinsdag in het grensgebied van Turkije en Syrië niet verder uit de hand loopt. Poetin ontstak donderdag opnieuw in woede over het incident.