Jokic had in augustus 2003 gedeeltelijk schuld bekend. De historische Kroatische havenstad Dubrovnik, de ’Parel van de Adriatische Zee’, werd in de laatste maanden van 1991 beschoten door de marine van het Joegoslavische Volksleger (JNA), dat toen door Serviërs werd gedomineerd. Ook werden vanaf het vasteland artilleriebeschietingen uitgevoerd. Jokic was al vice-admiraal van de Joegoslavische marine betrokken bij de beschietingen vanaf zee.

Nadat de aanklagers het op een akkoordje met de verdediging hadden gegooid, werd de aanklacht vorig jaar beperkt tot de gebeurtenissen op 6 december 1991. Jokic bekende schuld aan onder meer moord op twee Kroaten en vernietiging van historische monumenten op die dag. Als onderdeel van de ’deal’ vroegen de aanklagers de rechters niet meer dan tien jaar cel op te leggen. De strafkamer in deze zaak werd voorgezeten door de Nederlandse VN-rechter A. Orie, met naast hem een Egyptenaar en een Spanjaard.

Jokic kreeg de lage staf mede omdat hij zelf niet het bevel heeft gegeven voor de beschietingen van 6 december. Wel heeft hij misdaden van ondergeschikten niet voorkomen en schuldigen niet gestraft. Ook spreekt in zijn voordeel dat hij de aanvallen al publiekelijk betreurde lang voordat er sprake was van een mogelijke aanklacht, dat hij in 2001 vrijwillig naar Den Haag kwam, dat hij schuld bekende en met de aanklagers samenwerkte, aldus Orie. Ook de hoge leeftijd van Jokic heeft een rol gespeeld.