Buitenland

Het oosten van de EU verandert

Midden- en Oost-Europa willen maar geen West-Europa worden. Sommigen hadden dat misschien wel gehoopt toen in 2004 veel van de voormalige communistische landen toetraden tot de Europese Unie. Maar veel van deze landen varen een volstrekt eigen koers. Zeker rond de vluchtelingencrisis kraakt dat hier en daar behoorlijk.

Michiel Driebergen en Evert van Vlastuin
17 November 2015 22:21Gewijzigd op 15 November 2020 23:25
Einde open grenzen. Deze zomer plaatste Hongarije een hek langs de zuidelijke grens. Migranten uit de richting van Kroatië konden omkeren of werden mondjesmaat toegelaten (foto). Het prikkeldraad langs de grens zette de relatie tussen Hongarije en ‘Brusse
Einde open grenzen. Deze zomer plaatste Hongarije een hek langs de zuidelijke grens. Migranten uit de richting van Kroatië konden omkeren of werden mondjesmaat toegelaten (foto). Het prikkeldraad langs de grens zette de relatie tussen Hongarije en ‘Brusse

De nieuwe Poolse regering legt op 26 november de eed af. Het kabinet bestaat louter uit ministers van de partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS). Deze ultraconservatieve partij won de verkiezingen met glans. De Poolse regering gaat vanaf nu de nationale identiteit beschermen.

In West-Europa zal men niet blij zijn met de nieuwe koers van EU-lidstaat Polen. De vorige keer dat PiS regeerde, tien jaar geleden, bezigden de partijleiders harde taal tegen Brussel en voormalige vijand Duitsland.

De afgelopen weken botste het al. Tijdens de verkiezingscampagne brak de vluchtelingencrisis uit. Polen keerde zich tegen opvangquota zoals Brussel die voorstelde, maar uiteindelijk ging de regering schoorvoetend akkoord met de opname van 12.000 vluchtelingen. PiS-leider Jaroslav Kaczynski (toen nog in oppositie) reageerde op eigen wijze: hij waarschuwde dat vluchtelingen onbekende ziektes meebrengen. Hooguit christelijke vluchtelingen zijn welkom, vindt hij.

Het debat verdeelde Polen. „Ik vond de negatieve commentaren schokkend”, zegt Katarzyna Zielinska, sociologe aan de universiteit van Krakau, zelf geen PiS-stemmer. „Politici spelen in op de angst van mensen.”

„De beelden van de vluchtelingenstromen maken ons ook bang”, reageert Katarzyna Plaza, docente op het gymnasium in Krakau, die juist wel vol overtuiging PiS stemde. „Tussen de vluchtelingen kunnen extremisten van IS zitten. Waarom zouden we die verwelkomen?”

Polen vrezen voor hun identiteit, legt sociologe Katarzyna Zielinska uit. Die angst verklaart ze uit de geschiedenis. Vanaf de achttiende eeuw tot de Eerste Wereldoorlog was Polen verdeeld onder de Europese grootmachten. Na een korte periode van onafhankelijkheid tussen de twee wereldoorlogen werd het land bezet door de nazi’s. Vervolgens heerste het communistische bewind. „Polen hebben altijd het gevoel bedreigd te worden. Nu zijn we eindelijk onafhankelijk, worden we weer bezet door de Europese Unie, zo is het idee”, zegt Zielinska.

„Polen overleeft dankzij ons vermogen om onze taal, culturele tradities en familiebanden vast te houden, ook op de moeilijkste momenten”, zegt PiS-stemmer Katarzyna Plaza.

De komst van moskeeën is voor veel Polen taboe. „We zien de verhalen uit Frankrijk en Engeland, waar hoogopgeleide en goed geïntegreerde jongens in de moskee gif in hun hoofd krijgen. Vervolgens vertrekken ze naar Syrië om daar te gaan vechten.”

„De angst voor moslims is abstract, want tot nu toe zijn er nauwelijks moslims in Polen”, werpt sociologe Zielinska tegen. De houding tegenover nieuwkomers wordt veroorzaakt door gebrekkig onderwijs, vindt ze. „Niemand legt het verschil uit tussen vluchtelingen en migranten. Op school is geen aandacht voor diversiteit. We weten niets van ”de ander” of van de islam.”

„Ook in Duitsland gaan de mensen met duizenden de straat op”, reageert docente Katarzyna Plaza. „Daar hebben ze ongetwijfeld les over islam en minderheden. Voor mij is de belangrijkste vraag: zullen migranten zich hier ooit thuis voelen? Zullen zij tijdens Onafhankelijkheidsdag hetzelfde beleven als wij?”

Naast lessen Engels op het gymnasium geeft Katarzyna Plaza haar scholieren ook cursus over „publieke bewustwording.” Een paar keer per jaar gaat ze met hen de straat op om te kijken hoe de maatschappij kan worden verbeterd. „Nationale trots kan jonge mensen inspireren en voorkomen dat ze emigreren”, vindt ze.

In het beschermen van de nationale identiteit speelt de Rooms-Katholieke Kerk een centrale rol. Polen bezoeken graag wekelijks de mis en alle scholen kennen godsdienstonderwijs, aangeboden door nonnen. De campagne van PiS werd gesteund door rooms-katholieke media.

Veranderingen op medisch-ethisch gebied liggen ook gevoelig in Polen. Het land heeft de meest strikte abortuswet van Europa, waaraan PiS niets zal veranderen. Onlangs nog stemde de grote meerderheid van het parlement tegen registratie van homopartnerschappen.

Ook hier zet Polen zich graag af tegen het ‘liberale’ West-Europa. „Ik heb liever niet dat de EU een pistool tegen mijn hoofd zet en zegt: Je moet nu pro-homo zijn”, zegt Katarzyna Plaza. „Ik wil daar zelf over beslissen.”

Voor mensen als Zielinska („ik ben niet katholiek”) kan er een lastige tijd aanbreken. Als een van de weinige ouders houdt ze haar kinderen thuis van de godsdienstles. „Ik vrees dat dit vanaf nu minder wordt geaccepteerd. Het kan als verraad van de natie worden gezien.”

Zelf is Zielinska te spreken over een handtekeningenactie, waarbij wordt gepleit voor „seculier onderwijs.” Ook een protestants tijdschrift steunt dat pleidooi.

Naar de werkelijke steun voor een onversneden PiS-beleid blijft het gissen. Zoals altijd in Polen lag de opkomst bij de verkiezingen op 25 oktober laag. Slechts de helft van het aantal kiezers kwam opdagen. Dat van hen bijna 40 procent op Recht en Rechtvaardigheid stemde, zegt dus niet dat Polen als geheel conservatiever is geworden, benadrukt sociologe Katarzyna Zielinska.

Integendeel, sinds PiS de vorige keer regeerde, in 2005, zijn de Polen opgeschoven naar „West-Europese waarden”, zo blijkt uit sociologisch onderzoek. Homo’s en lesbiennes worden gaandeweg meer geaccepteerd, hoewel het nog altijd niet aanvaard is om er al te opzichtig mee te koop te lopen. „Sommige van mijn beste vrienden zijn homo, maar ik ben geen voorstander van homo’s voor de klas”, verklaart Katarzyna Plaza.

Polen heeft sinds kort de eerste homoseksuele burgemeester en een transseksueel parlementslid. „Zoiets was in 2004 onmogelijk”, zegt Zielinska. De vorige regering regelde op de valreep van haar kabinetsperiode ook ivf-behandeling – een maatregel die PiS weleens zou kunnen gaan terugdraaien. „Sommige stellen moeten nu de behandeling stoppen, omdat ze niet weten hoe het verder gaat”, zegt Zielinska.

Na de verkiezingsuitslag is duidelijk dat Polen niet ‘vanzelf’ gelijkvormig wordt aan West-Europese landen. „Zonder het communisme was Polen een ander land geweest. Meer net als jullie, in West-Europa”, constateert docente Katarzyna Plaza. „Maar het is anders gegaan. Dat is jammer. De vluchtelingendiscussie komt nu echt op een verkeerd moment.”


Prof. Laszlo Maracz kwam tijdens een herdenking bij het praalgraf van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk in Amsterdam eens in gesprek met een van diens nazaten. „Hij was er als enige van de familie. De rest had geen interesse.”

Typisch Nederlands, meent Maracz, van gemengd Nederlands-Hongaarse afkomst. „In Hongarije is Michiel de Ruyter levende geschiedenis. Bij zo’n herdenking daar zou het afgeladen vol zijn geweest.”

Maracz doceert Europese studies aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Eurasian National University in Kazachstan. Hij ziet dat het „steeds moeilijker” is om West- en Midden-Europa bij elkaar te houden. Hij houdt serieus rekening met een scheur in de Europese Unie. „De landen in de ”Visegradgroep” hebben een heel andere cultuur. Rond het vluchtelingenvraagstuk zie je hoe dat botst.”

Visegrad is een Hongaarse stad. In de late middeleeuwen stond daar het koninklijke hof. In 1991 kwamen daar de leiders van Hongarije, Polen en Tsjechoslowakije (later opgedeeld in Tsjechië en Slowakije) samen. Deze landen werken nog altijd samen. „Tsjechië was altijd al eurosceptisch. Hongarije was eerst enthousiast, maar is inmiddels teleurgesteld. Het vindt weinig aansluiting bij het postmodernisme in West-Europa.”

Maracz deelt Europa gemakshalve op in vier regio’s. In het noorden Scandinavië, in het westen de vroegere landen van Karel de Grote (Frankrijk, Duitsland en Nederland), in het zuiden de mediterrane landen, en in het oosten de oude Habsburgse gebieden, waartoe ook Hongarije behoort. „Het is tekenend dat de grote Europese onderscheiding de naam ”Karelsprijs” heeft en in Aken wordt uitgereikt. De huidige EU is veel breder.”

Het grote verschil tussen West- en Midden-Europa ligt volgens de Amsterdamse docent in een andere beleving van de natiestaat. „Onze elite in Brussel, zoals Guy Verhofstadt, denkt dat de natiestaat niets meer waard is. Zij zeggen dat het niet uitmaakt waar op de wereld je woont. In Hongarije ziet men dat als mondiale droom.”

De natie leeft in haar taal, zo citeert Maracz een uitdrukking in zijn vaderstaal. „Alleen als je de taal spreekt, ben je Hongaar. Wil iemand integreren, dan is de taal de sleutel. Dat is heel actueel rond het vluchtelingenvraagstuk: kan de islam bestaan zonder het Arabisch? In Turkije levert dat al problemen op.”

Het christendom speelt een centrale rol in het Hongaarse zelfbeeld. De huidige grondwet van het land prijst de rol van het geloof in de volksgeschiedenis en spreekt van het „christelijke Europa.” Maracz: „In het geseculariseerde West-Europa kunnen wij ons weinig meer voorstellen bij de natuurlijke plaats voor religie. Maar in Hongarije is breed respect voor het sacrale. In zijn eerste termijn heeft premier Orban de heilige koningskroon onder de koepel van het parlement geplaatst. Die kroon zit vol met symbolen uit het Nieuwe Testament. Dat is een geweldige trekpleister geworden.”

Mensen in deze cultuur zien het volk als een familie. Het is geen toeval dat je Hongaar, Roemeen of Serviër bent, maar juist het gevolg van Gods plan. „Bij ons bestaat die gedachte op zijn best nog in de marge. Maar in Midden-Europa is dat veel normaler.”

Maracz verwerpt de gedachte dat de Midden-Europese cultuur achterloopt bij het postmoderne deel van de wereld. „Je ziet in Hongarije beslist wel innovatie. Hun verwachte economische groei ligt op 3 procent. Ik geloof niet dat zij in het verleden leven; eerder in de toekomst. Ook in grote landen als China zie je een mix van traditie en moderniteit.”

Illustratief voor de huidige spraakverwarring in Europa noemt hij de opmerking van een leidende figuur in het asieldebat in Nederland. Die zei dat Hongarije beter geen grenshek kon plaatsen omdat al die vluchtelingen een „verrijking” voor het eigen land zouden zijn. „Dat cultuurrelativisme is de Hongaar vreemd. Niet dat je daar geen broodje kebab kunt kopen, maar men is zich veel bewuster van de eigen cultuur. Wat is trouwens tot nu toe de bijdrage van moslims aan onze cultuur? Volgens mij gaat het dan vooral om woorden als jihad, haatprediker en kindbruiden. Dat is een dubieuze verrijking, hoor.”

Volgens Maracz is het geen discriminatie als Hongarije de voorkeur geeft aan christelijke asielzoekers. „Er zijn dit jaar 1500 koptische christenen toegelaten. Als die de taal leren, zijn ze makkelijk te integreren. Merkel heeft weleens gezegd dat de „islam bij Duitsland hoort.” Daar is dus meer ruimte voor moslims. Ik kan daar geen kwaad in zien.”

De vluchtelingencrisis zal ertoe leiden dat de Visegradgroep West-Europa zal tegenspreken. „Dat is nieuw. Men zal geen gedwongen quota accepteren. De tijd dat de ”landen van Karel de Grote” de dienst uitmaken, is voorbij. Dat kan ook scheuren geven. Samen met een Brexit –een Britse uittreding uit de EU– zou je dan een uittocht van de Visegradgroep kunnen krijgen. Dan houd je alleen ”Karel de Grote” over, maar dan wel geïslamiseerd.”


„Hongaarse staat legt zichzelf niet aan banden”

„Overal waar een staat verschijnt, komen de vrijheden in gevaar.” Maté Szabo moet glimlachen om zijn eigen stelling. „De kracht van westerse landen is dat de staat zijn eigen optreden aan banden legt. Maar juist dat is een probleem hier in Hongarije.”

Szabo is directeur van de Hongaarse Unie voor Burgerlijke Vrijheden (TASZ). Sinds het aantreden van de tweede regering van Viktor Orban in 2010 bestaat er zorg over de Hongaarse rechtsstaat. Vooral in het Europees Parlement roeren zich tegenstemmen.

Szabo heeft vooral kritiek op de grondwet die de regering-Orban invoerde. „Omdat de partij Fidesz twee derde van de stemmen heeft, kan de regering de grondwet makkelijk aanpassen. Dat gebeurt regelmatig. De bedoeling daarvan is volgens mij om bepaalde aspecten van beleid buiten bereik van de rechter te houden, omdat de rechter de grondwet zelf niet mag toetsen.”

Ook organisaties zoals TASZ hebben te maken met tegenwerking vanuit de regering. „Eerder dit jaar viel de politie binnen bij een andere mensenrechtenbeweging. Net als wij kreeg die geld uit een Noors fonds. Buitenlands geld is hier verdacht. Poetin heeft in Rusland een beperking geplaatst op het aanvaarden van geld uit het buitenland. Het ligt in de lijn van de verwachtingen dat zoiets hier ook komt.”

Volgens de regering hoorde de inval deels bij de corruptiebestrijding. Szabo moet weer lachen. „Bestrijding van corruptie betreft hier altijd organisaties die kritisch zijn op de regering. In het nieuwe plan tegen corruptie staat nauwelijks iets over corruptie binnen de overheid.”

Druk van de EU op Hongarije verwacht Szabo niet. „Die bestaat uit zelfstandige landen. Die zijn bang de soevereiniteit van een ander land te bruuskeren. De huidige EU kan niet omgaan met fundamentele schendingen van rechten binnen de lidstaten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer