In de eerste negen maanden van dit jaar zijn 128.000 kinderen geboren, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag. Dat zijn er ongeveer 4000 minder dan in de eerste negen maanden van 2014. In de laatste maanden van 2012, 2013 en 2014 werden telkens ongeveer 42.000 kinderen geboren. Als oktober, november en december nu ook zo verlopen, komt het record in zicht.

De daling heeft mogelijk te maken met de nieuwe economie, zegt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS en hoogleraar Sociale Demografie aan de Universiteit van Amsterdam. „De arbeidsmarkt is aan het veranderen. Mensen krijgen meer flexibele banen. Je weet niet altijd of je over een paar maanden nog een baan en een inkomen hebt. Dat speelt vooral bij lager opgeleiden. Met name twintigers kunnen dan denken: dit is niet het moment om aan een gezin te beginnen.”

Bovendien verandert de samenleving. Latten: „Kinderen krijgen is een keuze geworden. Stellen bepalen of ze wel of geen kinderen willen, hoeveel en wanneer het moment gunstig is. Vroeger kreeg je kinderen, tenzij je het bewust voorkwam. Nu is de regel dat je geen kinderen krijgt, tenzij je het toelaat.” Ook onder allochtonen verandert er iets. „De tweede generatie gaat nu gezinnen vormen. Je ziet dat Turkse en Marokkaanse Nederlanders later kinderen krijgen dan hun ouders.”

Vrouwen zijn tegenwoordig ouder wanneer ze kinderen krijgen. De gemiddelde leeftijd van de moeders is 31,2 jaar in 2015. Dat was vorig jaar 31,1. Vooral vrouwen van 25 tot 30 kregen minder kinderen. Maar ook onder tieners, 20- tot 25-jarigen en 30- tot 35-jarigen daalde het aantal geboorten. Alleen bij 35-plussers steeg het aantal kinderen een heel klein beetje.

Vrouwen in Nederland hebben dit jaar gemiddeld 1,66 kinderen. Vorig jaar was dat 1,71 kinderen per vrouw. Om de bevolking op peil te houden, zouden vrouwen gemiddeld 2,1 kinderen moeten krijgen.