Duitsland kon op scherpzinnige kapitein Helmut Schmidt bouwen
BERLIJN. Hij was de laatste jaren geliefder dan ooit. De dinsdagmiddag op 96-jarige leeftijd overleden oud-bondskanselier Helmut Schmidt wordt in Duitsland met groot respect herdacht. Niet als een van de grootste leiders van Duitsland, wel als de scherpzinnige kapitein waar het land op kon bouwen.
Hij vreesde de dood niet, of zoals hij het zelf noemde, „voor altijd van adres te veranderen.” Hij werd 96 jaar en stierf als een man die zeer geliefd was in Duitsland. De afgelopen jaren meer dan ooit.
Het zijn geen loze woorden om te zeggen dat Duitsland hem zal missen. Hij was weliswaar ‘slechts’ acht jaar bondskanselier – van 1974 tot 1982. Maar hij is daarna nooit ‘buiten dienst’ geweest, zoals de titel van zijn autobiografie met een vleugje zelfspot heet. Integendeel, Schmidt ontsteeg zijn carrière als politicus door als publicist uit te groeien tot een soort nationaal symbool voor veel Duitsers. Als hij commentaar op de wereld gaf, luisterde het hele land.
Geschiedkundigen zullen hem niet zo snel als een van de grootste bondskanseliers bestempelen. Aan hem kleeft geen grote politieke mythe zoals bij Konrad Adenauer, die West-Duitsland liet integreren met Europa, en bij Willy Brandt, die de banden met het oosten herstelde, of Helmut Kohl, die Duitsland door de hereniging loodste.
Schmidt stond aan het roer van West-Duitsland ten tijde van de oliecrisis en de economische gevolgen daarvan, de Koude Oorlog. Zijn naam is niet verbonden met een belangrijke visie. Hij zei zelfs; „Mensen met een visie hebben dringend een arts nodig.” Wel gold hij als intellectuele beschouwer van de wereldpolitiek wiens analyses bij een groot publiek gehoor vonden. Ook stond hij aan de basisplannen waarop de Europese monetaire unie is gegrondvest.
Hij maakte de Duitse politiek berekenbaar, zegt Bondsdagvoorzitter Norbert Lammert (CDU): „Omdat zijn koers was gebouwd op nuchterheid, rationaliteit, tolerantie en openheid tegenover de wereld.”
Schmidt was een politiek dier, een intellectueel en een betrouwbare kapitein waarop zijn bevolking aankon. Of, zoals bondspresident Joachim Gauck zich hem herinnert: „Zijn vastberaden handelen in de moeilijkste situaties en zijn talent om het maakbare te herkennen en om te zetten in daden. Dat zullen we missen.”
Schmidt liep nooit weg voor zijn verantwoordelijkheid. Toen extreemlinkse RAF-terroristen werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer ontvoerden en dreigden te doden, was hij vastbesloten om zich niet door hen te laten afpersen. De verantwoordelijkheid voor andermans dood heeft hem zeer terneergeslagen. „Mij was altijd duidelijk”, zei Schmidt, „dat ik medeschuldig was.”