Endstra werd 17 mei 2004 voor zijn kantoor doodgeschoten. De Rus Namik Abassov die het Openbaar Ministerie (OM) ervan verdacht daadwerkelijk Endstra te hebben doodgeschoten, staat niet terecht. Hij overleed in maart 2012 in zijn cel aan een hersenbloeding.

De drie verdachten moeten zich ook verantwoorden voor de poging om de zakenvriend van Endstra, David Denneboom, te vermoorden. Hij was bij Endstra toen die werd doodgeschoten. Denneboom kreeg een kogel in zijn been.

Een van de verdachten, Ziya G., kwam maandag niet opdagen. Hij is in Turkije en tot dusver voortvluchtig gebleven.

In 2006 werden de verdachten Ali N. en Özgur C. die wel bij het proces zijn, opgepakt. Omdat de bewijsgaring tegen hen stagneerde, kwamen ze weer vrij.

N. zei nog dat hij „absoluut niet” op de plaats van het delict is geweest op het moment van de criminele afrekening op Endstra. C. wil verder niets verklaren.

Endstra ‘de bankier van de onderwereld’ genoemd, werd toen hij werd doodgeschoten verdacht van witwassen. Hij had onder anderen contact met Willem Holleeder. Die heeft een gevangenisstraf uitgezeten voor afpersing van Endstra en anderen.

Het OM verdenkt Holleeder er nu ook van opdracht te hebben gegeven Willem Endstra en anderen te vermoorden. Onderzoek hiernaar loopt nog. Holleeder zit daarom in voorarrest.

Volgens advocaten hebben de aanklagers doelbewust informatie achtergehouden en hen en de rechtbank verkeerde informatie gegeven. Een van de raadslieden vindt na „al dat misleiden”, dat de rechtbank het OM moet afstraffen door de zaak te stoppen.

Advocaat Nico Meijering van C. wil dat nu alle informatie boven water komt, met name over de ‘cruciale’ getuige Hidr K. Die heeft belastende verklaringen afgelegd. Volgens Meijering is K. zeer onbetrouwbaar en heeft hij zijn informatie mogelijk uit de media.

De rechtbank beslist dinsdag over de verzoeken van de advocaten.