Buitenland

„Stof in shampoo minder onschuldig dan gedacht”

CHICAGO. Parabenen –hormoonverstorende stoffen in onder meer shampoos– zijn mogelijk in lagere doses gevaarlijker dan tot nu toe is verondersteld als mensen eraan worden blootgesteld in combinatie met andere hormonaal actieve stoffen.

Redactie wetenschap
31 October 2015 13:37Gewijzigd op 15 November 2020 22:59
CHICAGO. Parabenen vergroten het risico op borstkanker mogelijk al in kleinere hoeveelheden dan tot nu toe is verondersteld, zo bleek tijdens een deze week gepresenteerde studie op het jaarlijkse congres van Amerikaanse kankerspecialisten (ASCO). beeld AN
CHICAGO. Parabenen vergroten het risico op borstkanker mogelijk al in kleinere hoeveelheden dan tot nu toe is verondersteld, zo bleek tijdens een deze week gepresenteerde studie op het jaarlijkse congres van Amerikaanse kankerspecialisten (ASCO). beeld AN

Dat bleek tijdens een deze week gepresenteerde studie op het jaarlijkse congres van Amerikaanse kankerspecialisten (ASCO).

Parabenen zijn synthetische verbindingen die de hormoonhuishouding kunnen beïnvloeden. Ver van het bed? Niet echt, want parabenen komen als conserveermiddel voor in allerlei toiletartikelen, zoals shampoo, deodorant, zonnebrandcrème, tandpasta, cosmetica en ook in bepaalde medicamenten. Ze staan bekend onder namen als methylparaben, ethylparaben en butylparaben. Het is aangetoond dat ze door de huid het lichaam kunnen binnendringen.

Volgens de Nederlandse Cosmetica Vereniging gaat het om bewezen veilige stoffen die al zo’n 50 jaar worden gebruikt. Een oorzakelijk verband met borstkanker is nooit aangetoond, maar toch werden de twijfels versterkt toen de Britse onderzoeker Philippa Darbre tussen 2005 en 2008 in 99 procent van 160 monsters van borstkankerweefsel van vrouwen ten minste één type parabeen aantrof en in 60 procent van de monsters zelfs vijf soorten. Ook bij vrouwen die geen deodorant gebruikten, werden hoeveelheden parabenen aangetroffen.

In 2012 waarschuwde het Europese Milieuagentschap voor de effecten van hormoonverstorende stoffen. De organisatie is onder meer bevreesd dat het op zich uiterst zwakke effect van deze chemicaliën in combinatie met andere stoffen kan worden versterkt. En juist dát lijken Amerikaanse onderzoekers, verbonden aan diverse universiteiten en onderzoeksinstituten, nu te hebben aangetoond.

De wetenschappers onderzochten borstkankercellen met twee typen aangrijpingspunten voor hormonen op de celmembraan: oestrogeenreceptoren en zogeheten HER2-receptoren. Ongeveer 70 procent van de vrouwen met borstkanker heeft een tumor met oestrogeenreceptoren. Deze receptoren zijn voor hun groei afhankelijk van het hormoon oestrogeen. Zo’n 20 tot 25 procent van de vrouwen met borstkanker heeft ook de HER2-receptor. Borsttumoren bij deze HER2-positieve vrouwen zijn agressiever en zaaien sneller uit dan bij vrouwen zonder deze receptoren.

De onderzoekers activeerden de HER2-receptoren met de groeifactor heregulin, een stof die in borstcellen wordt aangemaakt. Tegelijk stelden ze de cellen bloot aan parabenen. De parabenen stimuleerden de celgroei in de met heregulin geactiveerde cellen al in concentraties die honderd keer lager waren dan in cellen die niet met heregulin waren behandeld.

De wetenschappers concluderen dat, in tegenstelling tot wat eerdere studies lieten zien, parabenen in combinatie met een andere stof al in lagere concentraties effecten kunnen hebben op de ontwikkeling van borstkanker, met name op tumorcellen die HER2- en oestrogeenpositief zijn.

Een beter inzicht in de effecten van de cocktail aan hormoonbeïnvloedende stoffen waar mensen nu in zeer lage concentraties aan worden blootgesteld, is volgens de onderzoekers noodzakelijk. Met name als het gaat om de invloed van parabenen in combinatie met andere stoffen op de foetale ontwikkeling en tijdens de puberteit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer