Buitenland

Nepal: conflict neemt Colombiaanse allures aan

Sinds het leger en de maoïstische rebellen in augustus vorig jaar het jongste bestand aan flarden schoten, zijn er 1500 doden gevallen in Nepal. Het conflict eist meer slachtoffers dan ooit - zowel het leger als de maoïsten zetten nu terreur tegen burgers in als wapen.

Suman Pradhan (IPS)
15 March 2004 11:53Gewijzigd op 14 November 2020 01:02

De regering belooft verkiezingen, maar vrijwel niemand -behalve misschien een enkele buitenlandse donor- gelooft dat die ook op een eerlijke manier kunnen plaatsvinden.

Nadat de maoïsten in februari 1996 de wapens opnamen, stierven al meer dan 9130 mensen in het conflict in het Himalaya-koninkrijk. Sinds het einde van het staakt-het-vuren in augustus vielen er meer dan 1500 doden, raakten 250 mensen vermisten en moesten duizenden anderen hun bergdorpen ontvluchten. Volgens de vermaarde mensenrechtengroep Informal Sector Service Centre heeft het dodental een macabere sprong gemaakt na het staakt-het-vuren van 6,56 naar 11,6 mensenlevens per dag.

„Het dodental is verdubbeld sinds de vijandigheden weer begonnen zijn. In Nepal woedt nu veruit het gewelddadigste conflict in Zuid-Azië,” zegt Deepak Thapa, publicist en expert inzake het conflict.

Hoe kon het zover komen? In augustus liep het zeven maanden oude bestand stuk op het onoverkomelijke meningsverschil over het voortbestaan van het koningshuis. Twee maanden later lanceerde de regering een ambitieus programma om de maoïsten in bedwang te houden door het leger te mobiliseren. Een golf van maoïstisch geweld was het gevolg en daarop besloot de regering het koninklijke Nepalese leger (RNA) verregaande bevoegdheden te geven.

Vier maanden later plukt het arme koninkrijk de vruchten van de militarisering. De regering geeft het dodental van 1500 sinds augustus zelf toe. En de mensenrechtengroep Amnesty International heeft 250 gevallen van verdwijning gedocumenteerd. Het gaat vooral om burgers die door het leger ontvoerd werden.

De laatste maanden kent Nepal een ware plaag van ontvoeringen en standrechtelijke executies van burgers. Die trend verleent een aura van geloofwaardigheid aan de geruchten dat het leger een officieus ’uitroeiingsbeleid’ volgt door staatsvijanden te laten opruimen door doodseskaders. Daar bestaan geen harde bewijzen voor, maar diverse hooggeplaatste militairen bevestigen wel dat er sprake is van een beleid om „terroristen te terroriseren.”

Na acht jaar conflict kiezen zowel het leger als de maoïsten volop voor geweld. De krachtsverhouding kan nu als volgt worden omschreven: de maoïsten hebben de regering verliezen toegebracht in de eerste zeven jaar van het conflict, maar dat heeft zich intussen georganiseerd en tot de tanden toe bewapend. De maoïsten zitten in het defensief, maar de burgerbevolking loopt duidelijk ook de nodige klappen op.

De laatste maanden wordt vooral het leger over de hekel gehaald in verband met vermeende mensenrechtenschendingen, maar ook de maoïsten vergrijpen zich aan onschuldige burgers en familieleden van soldaten. Verschillende bronnen hebben het de laatste dagen over gedwongen rekruteringen van duizenden kindsoldaten.

De jonge democratische instellingen van Nepal liggen intussen nog steeds in puin - het land wordt al bijna twee jaar bestuurd zonder parlement of verkozen gemeenteraden. Het gerecht kreunt onder de politisering en de corruptie. Niet-gouvernementele organisaties en de pers zijn monddood gemaakt.

Veel donors beginnen vragen te stellen, en dat betekent slecht nieuws voor de regering, want het gros van de uitgaven wordt gedaan met geld van buitenlandse donors. In november keurde de Wereldbank nog een grote lening goed voor Nepal, maar de Utstein Group of Donors liet toen al kritische geluiden horen. Meer donors zullen dat voorbeeld volgen op het Nepal Development Forum in mei. Waarschijnlijk zal de geldkraan niet definitief dichtgaan, maar de geldschieters zullen zonder twijfel het herstel van het meerpartijenstelsel vragen.

De regering maakt zich sterk dat het allemaal beter zal gaan na de verkiezingen. „Ik heb mijn partijgenoten gevraagd zich voor te bereiden op een stembusgang dit jaar”, zei premier Surya Bahadur Thapa van de RPP vorige week. „We willen serieuze verkiezingen houden en de veiligheid garanderen.” Er zijn weinig partijen die geloven dat vrije en eerlijke verkiezingen mogelijk zijn in zo’n onveilig land. „We willen deelnemen aan elke verkiezing, zolang die veilig verloopt, maar we geloven niet dat zoiets in het huidige klimaat mogelijk is”, zegt Prakash Saran Mahat, een van de leiders van Nepali Congress.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer