Dat pleidooi doet politicoloog prof. dr. Meindert Fennema, tot voor kort raadslid voor GroenLinks in Bloemendaal, een van de rijkste gemeentes van Nederland.

Fennema zegt dinsdag te begrijpen dat burgers in bijvoorbeeld het Noord-Hollandse Oostknollendam zich verzetten tegen de komst van asielzoekers. In Oostknollendam werden in de nacht van maandag op dinsdag twee auto’s van de lokale GroenLinks-fractievoorzitter Harold Halewijn in brand gestoken. Een auto is van Halewijn zelf, de andere van zijn vrouw.

Fennema: „In Oostknollendam zou minder woede onder burgers heersen, als de elite in Nederland zélf vluchtelingen in huis neemt. Kabinetsleden en welgestelden zouden asielzoekers onderdak moeten bieden. Nu zal menig burger in bijvoorbeeld Oostknollendam redeneren in de trant van: „Het interesseert de politieke elite geen barst waar vluchtelingen terecht komen, als het maar niet bij de politieke elite zelf in de buurt is. In rijke wijken als Benoordenhout in Den Haag, waar premier Rutte woont, komt geen enkele vluchteling.” Veel gewone burgers voelen zich in de steek gelaten.”

Fennema zegt „volstrekt solidair” te zijn met zijn GroenLinks-collega uit Oostknollendam wiens auto’s in brand zijn gestoken. „De stelling dat ik begrip heb voor die aanval op de auto’s zal ik nooit voor mijn rekening nemen.” Zelf stelt hij niet bang te zijn dat hem iets dergelijks overkomt. „Bloemendaal is geen Oostknollendam.”

Fennema, die zichzelf tot de elite rekent en in het welvarende Aerdenhout (gemeente Bloemendaal) woont, zegt zelf recent bij de gemeente Bloemendaal onderdak voor vluchtelingen te hebben aangeboden. „Ik heb een tuinhuis met badkamer. Daarin kan mijn gezin een of twee vluchtelingen huisvesten. De gemeente was niet erg geïnteresseerd. De reactie kwam nogal bureaucratisch over. Van mijn aanbod werd geen gebruik gemaakt.”

Morgen in de bijlage Puntkomma van het Reformatorisch Dagblad meer over agressie rond het asieldebat.