Staatsbezoek: Nederland in de rij om van China’s ambitie te profiteren
Gezien de grote handelsdelegatie die meereist, ziet het koninklijk paar in gastland China eerder een veelbelovend leeuwenjong dan een afgedankte dinosaurus. Hebben ze gelijk?
Een van de grootste pessimisten onder de Chinakenners is de Amerikaanse (en alom vermaarde) sinoloog dr. David Shambaugh. In een essay dat eerder dit jaar in The Wall Street Journal werd afgedrukt, meldde hij dat mét het aantreden van president Xi Jinping „de laatste fase van de macht van de Chinese Communistische Partij is ingegaan.”
Een opmerkelijk geluid van een doorgewinterde Chinakenner, en dat is het ook in het licht van een eerdere studie van Shambaugh – ”China’s Communist Party: Atrophy and Adaptation” (China’s Communistische Partij: verschrompeling en aanpassing). Daarin gaf hij de partij nog het voordeel van de twijfel door hoog op te geven van het aanpassingsvermogen van de partij. Maar dat is dan ook puur om te overleven.
Met het aantreden van de autoritaire Xi Jinping als president ziet hij niets terug van die lijn, maar domineert juist de ”atrofie”, de verstarring en verschrompeling van de partijmacht. Niet de partij maar het machtige ambtenarenapparaat, verspreid over diverse departementen en instellingen, houdt Shambaugh verantwoordelijk voor de harde, onderdrukkende lijn die is gekozen.
Tot deze groep behoren bestuurders binnen het propaganda-apparaat, het leger, de politie, de veiligheidsdienst en de top van het staatsbedrijfsleven.
Shambaugh noemt de groep de ”IJzeren Vierhoek”, en daaruit spreekt vooral de vasthoudendheid waarmee de leden schouder aan schouder staan om de autoritaire en onderdrukkende aanpak te verdedigen tegenover de hervormers in partij en samenleving. Niet het minst spelen hier grote financiële belangen mee: de budgetten van de genoemde departementen zijn fiks gegroeid sinds deze lijn werd ingezet (Shambaugh noemt het jaar 2009).
Waarom zal deze lijn tot het einde van de partijmacht leiden? Shambaugh: De ongekende veranderingen, dynamiek, spanningen en problemen in de Chinese samenleving en economie zijn niet te bedwingen of op te lossen door repressie en autoritair leiderschap.
„Repressie zet een al geknakt systeem nog verder onder spanning en zal de definitieve neergang eerder versnellen.”
Dat president Xi en de kliek rondom hem dat niet inzien maar juist kiezen voor deze har- de lijn, is het tragische van zijn positie.
Intussen ontwaart Shambaugh onder intellectuelen binnen de partij steeds meer apathie en „robotgedrag”: ze lijken niet meer te geloven in de gekozen lijn.
Ook onder de bevolking ziet de Chinakenner zoiets dergelijks. De opzwepende slogans van Xi en zijn ploeg worden niet of nauwelijks nog geloofd. „De ongekende macht die Xi nu heeft, zal niet kunnen verhullen dat zijn keuze voor een harde aanpak een verkeerde zal blijken te zijn.”
Tv-show als zoethoudertje of oefening
Is China bezig met een economische neergang? Of is de huidige daling een signaal van een ingrijpende hervorming van de economie die een nieuwe economische lente belooft?
Het traditionele groeimodel van het exporteren van producten met een lage toegevoegde waarde is in China uitgewerkt. Dat was vorige maand de conclusie van Cees van Lotringen in het beleggersblad Fondsnieuws. „De focus ligt nu op het stimuleren van de binnenlandse economie en de groei van consumentenbestedingen.”
Ook The Economist ziet aan die markt een einde komen en typeerde dat als ingrijpend. In een Chinaspecial eerder dit jaar werd vastgesteld dat „door dingen te maken en die aan buitenlanders te verkopen, China van gedaante is veranderd en de wereldeconomie incluis.”
Maar: hogere loonkosten maken het land minder aantrekkelijk om er producten te laten fabriceren. Duikt daarmee een doemscenario op voor de Chinese economie? Sommige waarnemers beweren van wel en zij voorzien een massale uittocht van fabrieken richting andere landen of zelfs terug naar Europa, waar robots straks veel goedkoper spullen kunnen maken dan waar dan ook.
The Economist is niet zo somber en ziet een andere beweging: het lagelonenwerk verlaat weliswaar China, maar blijft wel in Zuidoost-Azië en op die manier blijvend gekoppeld aan de Chinese economie. De Chinese massaproductie heeft immers een uitgebreid netwerk van aanvoerlijnen in de regio geweven, aangeduid met ”Factory Asia” (Fabriek Azië) en waarvan China de spil is en blijft. Ook als lagelonenland is het nog niet weg: ook de Chinezen beogen robotisering van het productieproces zodat dit goedkoop blijft. En verder blijft Peking het knooppunt in het web van regionale aan- en doorvoerlijnen.
Van Lotringen wijst nog op een andere Chinese ambitie en dat het centrum van de wereldeconomie en van de financiële wereld worden. Daarom is China bezig aan- en afvoerlijnen te leggen met Centraal- en Zuidoost-Azië én met Europa en Afrika of die te versterken (in de strategie van ”one belt, one road”). Door de financiering (en aanleg) van havens, spoorlijnen en wegen (waarvoor buitenlandse bedrijven zich kunnen aandienen) legt China de basis voor een wereldwijd netwerk waarvan het zelf de spil is. „Internationale economische expansie met als sleutelwoorden samenwerking en verbinding is wat China voor ogen heeft.”
Tal van landen en bedrijven hebben die lokroep gehoord. Ze verdringen zich om van die Chinese ambitie te profiteren. Volgende week is Nederland aan zet.
Deze week was Groot-Brittannië aan de beurt tijdens een staatsbezoek van president Xi Jinping aan Londen. Dat Londen de economische banden met China niet wil laten bederven door mensenrechtenkwesties, werd duidelijk toen een exemplaar van de 13e-eeuwse Magna Charta (waarin de rechten van individuen zijn vastgelegd) toch maar niet ten toon werd gesteld in Peking, maar werd opgeborgen in de Britse ambassade in de Chinese hoofdstad.
PEKING. Je stem uitbrengen waarbij je hoogstpersoonlijk een eigen keuze mag maken. Het is Chinese burgers niet gegund omdat China een eenpartijstaat is en geen democratie. Met des te meer enthousiasme stemmen burgers op hun idolen die ze op televisie zien. Zo is ”Super Girl”, een zangwedstrijd, razend populair.
In Nederland zijn ze op tv ook populair: zangwedstrijden voor gewone jongens en meiden; ook in China is dat zo. ”Super Girl” is al sinds 2004 op de Chinese tv en kent een miljoenenpubliek. Wie er tijdens een show het mooist heeft gezongen? Dat mag de tv-kijker uitmaken én doorgeven via zijn of haar mobieltje.
Wat Chinezen op politiek niveau wordt ontzegd –politiek stemrecht– dat gebeurt voor de buis volop: stemmen!
In China is er de afgelopen tijd veel gediscussieerd of deze vorm van stemmen een mooie stap is in de richting van politieke verkiezingen, schrijft Jonathan Noble in zijn bijdrage ”Youth Culture in China: Idols, Sex, and the Internet” (in de bundel ”China in and beyond the Headlines”). Of is het juist een zoethoudertje zodat het volk niet verder vraagt om medezeggenschap bij politieke besluitvorming. “Super Girls” is duidelijk een vorm van vermaakdemocratie, aldus een kijker op internet.
„Het is de fantasiewereld voor 1,3 miljard Chinezen die geen democratie hebben. Als ik dat besef, voel ik me verdrietig”, aldus een andere internetreactie.
Ook de Chinese Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo heeft zich hierover uitgelaten. Hij noemde ”Super Girl” een „rivier om te vergeten, waardoor mensen hun onvrede inruilen voor de pret van het vermaak.”
De autoriteiten zelf zien het potentiële gevaar wel in van zulke programma’s. Regelmatig wordt er via de tv-stations ingegrepen in het concept van de shows. Toen ”Super Girl” ongekend populair werd zorgde de staat ervoor dat de minimumleeftijd werd verhoogd naar 18 jaar, alleen nog de finale werd uitgezonden en dat de jury in de studio meer gezag kreeg.