VN ontevreden over acties tegen terreur
Onrustbarend veel landen lopen achter in de strijd tegen het terrorisme. Dat heeft de voorzitter van de antiterrorismecommissie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de Spaanse VN-ambassadeur Inocencio Arias, vrijdag gezegd aan het eind van een tweedaagse conferentie over terrorisme in Wenen.
Volgens een slotverklaring die vrijdag werd aangenomen, dreigen landen sommige aspecten van de strijd tegen terrorisme te veronachtzamen en op andere fronten juist dubbel werk te doen. „Wat we nodig hebben is serieuze, actieve, doelmatige en praktische internationale samenwerking, en geen samenwerking op papier”, zei Arias. De Spaanse ambassadeur zei dat de meeste landen traag zijn bij het doorvoeren van wetgeving en andere antiterroristische maatregelen. Hij verweet die landen gebrek aan inspanning en zei dat hij over een jaar zijn beleefdheid zal laten varen en namen zal noemen.
In de slotverklaring wordt de centrale rol benadrukt die de na 11 september 2001 door de Veiligheidsraad opgerichte commissie speelt in de wereldwijde strijd tegen het terrorisme.
Arias zei te geloven dat de bomaanslagen in zijn land het werk zijn geweest van de ETA, maar hij voegde eraan toe dat niet met zekerheid te kunnen zeggen. Volgens Arias was de aanslag niet te voorkomen geweest door zijn commissie of andere internationale antiterreurorganisaties. „Ze worden 49 keer tegengehouden, maar de 50e keer is het raak.”
Andere deelnemers aan het congres in Wenen waren het VN-bureau voor drugs en misdaad, de antiterrorismegroep van de Europese Unie, Interpol, de Internationale Politieorganisatie, de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Organisatie van Amerikaanse Staten. Afgesproken werd later dit jaar op uitnodiging van de Arabische Liga in Caïro opnieuw te bekijken hoe het ervoor staat met de maatregelen ter bestrijding van terrorisme.