Vast bedrag als vergoeding woon–werkverkeer
Werkgevers kunnen eenvoudig een vast bedrag aan personeel vergoeden voor de gemaakte reiskosten tussen woonplaats en werk. Bedrijven hoeven daarvoor niet steeds declaraties te controleren. Een werkgever mag bij een dag ziekte of verlof gewoon het vaste bedrag blijven vergoeden.
Staatssecretaris Wijn (Financiën) is daarmee vrijdag tegemoet gekomen aan kritiek van werkgevers. Zij vonden het ondoenlijk bij te houden hoeveel kilometer een werknemer elke dag als woon–werkverkeer aflegt.
In het nieuwe belastingplan dat sinds 1 januari van kracht is, geldt voor woon–werkverkeer ongeacht de afstand een onbelaste kilometervergoeding van 18 eurocent. Voorgaande jaren was nog sprake van een reiskostenforfait, met een maximumbedrag vanaf 30 kilometer.
Het jaarlijkse vaste bedrag dat nu uitgekeerd kan worden, wordt samengesteld door het aantal reguliere werkdagen per jaar (260 dagen) te verminderen met het gemiddelde aantal dagen voor vakantie, ziekte en verlof (54 dagen). Deze uitkomst wordt vermenigvuldigd met de totale reisafstand (maximaal 150 kilometer) van de werknemer en daarna met de wettelijk toegestane
kilometervergoeding van 18 eurocent.