Turkse premier: IS hoofdverdachte aanslagen, dodental naar 97
ANKARA (ANP/RTR). Extremisten van Islamitische Staat (IS) zijn de voornaamste verdachten van de bomaanslagen zaterdag in Ankara. Dit heeft de Turkse premier Ahmet Davutoglu maandag bevestigd.
Hij zei dat in het onderzoek vooruitgang wordt geboekt met de identificatie van een van de daders. Dat zou meer duidelijkheid kunnen geven over wie achter het bloedbad zit.
De zelfmoordaanslagen werden door twee mannen gepleegd. Doelwit was een demonstratie van verschillende organisaties voor „werk, vrede en democratie” en tegen de escalatie van het conflict tussen Ankara en nationalistische Koerden. Er vielen 97 doden en honderden gewonden
Davutoglu zei dat de aanslagen mogelijk zijn gepleegd om de verkiezingen van 1 november te beïnvloeden.
De radicaal linkse en pro-Koerdische partij HDP (Democratische Volkspartij) was zaterdag ook bij de demonstratie. De HDP overweegt nu de verkiezingscampagne af te gelasten. Vakbonden die zaterdag betoogden, hebben tot en met dinsdag een staking uitgeroepen.
De aanslagen hebben de spanning in Turkije verder opgedreven. De politieke en etnische wrijvingen worden verhit door de slepende burgeroorlog in buurland Syrië en het stranden van het vredesproces tussen Ankara en radicale Koerden.
In juli vielen meer dan dertig doden bij een mogelijk door IS gepleegde aanslag op een bijeenkomst van linkse studenten in Suruç. Dat ligt vlakbij de Syrische grens. De studenten wilden de grens oversteken om te helpen bij de wederopbouw van het door IS verwoeste Kobani.