Dat zei minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert donderdag in Brussel, waar de defensieministers van de NAVO bijeen zijn.

De NAVO maakt zich grote zorgen over het Russische optreden in Syrië, zeker nadat Russische gevechtsvliegtuigen afgelopen weekeinde tweemaal vanuit Syrië het luchtruim van NAVO-bondgenoot Turkije hebben geschonden. „Dat is onacceptabel, en dat laten we de Russen ook duidelijk weten. Een ongeluk zit in een klein hoekje, en zou de NAVO en Rusland op ramkoers kunnen brengen. Dat willen we niet.”

Moskou stelt zich volgens Hennis tot nog toe „niet betrouwbaar en niet coöperatief” op. Ook de Britse defensieminister Michael Fallon zei dat Rusland „een al zeer ernstige situatie in Syrië alleen maar nog erger maakt”. NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg zei dat de NAVO “klaar staat en in staat is” om bondgenoot Turkije te verdedigen, als dat zou worden aangevallen. Hij riep Moskou op zich constructiever op te stellen.

Het bondgenootschap neemt al maatregelen om zijn mogelijkheden te vergroten om, indien nodig, snel inzetbare strijdkrachten naar Turkije te sturen. Maar er is op dit moment geen sprake van het werkelijk sturen van troepen, stelde minister Hennis. „Er zijn genoeg andere geruststellende maatregelen.” Zo hebben Spanje en Duitsland nog steeds Patriot-luchtafweerraketten in Zuid-Turkije gestationeerd. Nederland heeft begin dit jaar zijn Patriots uit Turkije teruggetrokken.

De NAVO-ministers rondden ook de besluitvorming af over de versterking van de snel inzetbare troepenmacht van het bondgenootschap van meer dan 30.000 soldaten, waarvan indien nodig onderdelen naar Turkije gestuurd kunnen worden. Aanleiding ervoor was aanvankelijk vooral het Russische optreden in Oekraïne. ,We tonen hiermee dat de NAVO in actie kan komen wanneer en waar dan ook zij bedreigd wordt’, zei Stoltenberg.