Bezoek aan Paleis Het Loo: „Ik zou als koning zeggen: Kom erbij en eet mee”
APELDOORN. „Ze kon mooi schilderen.” Wim Zweistra (76) beoordeelt een bosgezicht van koningin Wilhelmina, dat in de stallen van Paleis Het Loo in Apeldoorn te zien is. Ook het sobere interieur van Wilhelmina’s schilderwagen staat hem aan: „Ze was eenvoudig.”
De naam Wilhelmina roept herinneringen op. „We luisterden tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Radio Oranje”, vertelt de geboren Rotterdammer. Tegenwoordig woont hij in zorgcentrum Uitzicht in Vlaardingen. „Ik heb de bommen op Rotterdam horen vallen. Mijn moeder vertelde later dat ik als jochie in de vensterbank stond en „boem, boem” riep. Zelf herinner mij dat ik in 1944 een vrouw in elkaar zag zakken, omdat ze uitgehongerd was.”
Het bezoek aan het vroegere zomerpaleis van stadhouders, koningen en koninginnen begint in de Prins Hendrik Garage met koffie en koek. Daarna zijn de stallen en koetshuizen aan de beurt, waar koninklijke rijtuigen, auto’s en sleden staan opgesteld.
De trapauto die prins Claus voor zijn jongens maakte, oogst bewondering. „Dat heeft prins Claus knap gedaan.” Ook een Mercedes-Benz, Austin en Cadillac vallen in de smaak. „Als kind zat ik langs de weg nummerborden te noteren. Er kwamen vroeger niet zo veel auto’s voorbij als nu.”
Verzorgende Gerda van der Stelt van zorgcentrum Uitzicht mailde deze krant dat Zweistra graag Paleis Het Loo zou bezoeken. Samen met haar collega Corrie Stoop begeleidt zij de bewoner deze dag.
De suppoost die bij het hek van het paleis kaartjes controleert, krijgt van Zweistra te horen dat hij als bode in het Rotterdamse stadhuis ook „zo’n pakkie” droeg.
In restaurant de Balzaal krijgt Zweistra een hand en uitleg van de manager. „De wandbekleding van goudleer, de kroonluchters en de gordijnen zijn nog origineel.” Zweistra laat zich de ”Soupe du Chef” en de ”Club sandwich” goed smaken. Lachend: „Dit is nog eens wat anders dan het middageten in Uitzicht.”
De paleistuin heeft Zweistra’s bijzondere belangstelling, omdat hij vroeger ook in de groenvoorziening werkte. „Kijk eens hoe strak de gazons erbij liggen. En wat zijn die beelden mooi. Prinses Beatrix beeldhouwt ook.”
Dat de Vlaardinger het nodige van het koningshuis en van geschiedenis weet, blijkt ook tijdens de rondgang door het paleis. Zo herkent hij veel personen op schilderijen. „Zie je die beschadiging in de rugleuning?” Zweistra wijst naar de grote, met rode stof beklede stoel in de kapel. „Die beschadiging is tijdens de oorlog veroorzaakt door een granaatscherf. Wilhelmina heeft de stoel nooit laten repareren om de herinnering aan de oorlog levend te houden.”
In de nieuwe eetzaal in het paleis leest Zweistra dat burgers mochten toekijken bij maaltijden van koning-stadhouder Willem III. „Ik zou gezegd hebben: Kom erbij zitten en eet mee.”
Zweistra geniet tot de laatste minuut van het bezoek. Ook in laatste vertrek met nummer 36 leest hij nog uitgebreid het informatiebord. Vlak voor de uitgang schiet hem te binnen waar hij lang naar zocht: „Nu weet ik de bijnaam van koning Willem III weer: Koning Gorilla.”