Dat heeft het hoofd van de mensenrechtenorganisatie Amnesty International, Irene Khan, woensdag in Genève gezegd.

Volgens Khan is de commissie het belangrijkste VN-orgaan dat zich inzet voor invoering en naleving van de mensenrechten, maar sluit zij vaak uit angst voor politieke consequenties de ogen voor ernstige schendingen. Landen zoals Algerije, China, Indonesië, Saudi-Arabië, Zimbabwe en Rusland, waar mensenrechten met voeten worden getreden, konden zo ontkomen aan diepgaande onderzoeken. De slechte omstandigheden waarin de terreurverdachten door de Verenigde Staten in het Cubaanse Guantanamo Bay worden vastgehouden, haalden niet eens de agenda van de commissie omdat de andere landen geen conflict met de Verenigde Staten wilden riskeren, aldus Khan.

Volgens Amnesty gaat de VN-commissie veel te vaak voorbij aan de conclusies en aanbevelingen van haar eigen medewerkers en experts. Daardoor ontstaat het beeld dat de commissie een inefficiënt orgaan is. Amnesty-baas Khan adviseert de commissie dan ook zich te hervormen.

Volgende week maandag begint in Genève de zestigste zitting van de VN-mensenrechtencommissie. In zes weken wordt de mensenrechtensituatie in zo’n twintig landen behandeld. Amnesty riep de commissie vast ertoe op vooral de situatie in Irak en Haïti onder de loep te nemen. Daarnaast baart de stand van de mensenrechten in Nepal en Sudan de organisatie zorgen.