„Bush niets toezeggen over Irak”
Premier Balkenende en minister Bot van Buitenlandse Zaken mogen bij hun bezoek volgende week aan de Amerikaanse president Bush nog niet toezeggen dat Nederlandse militairen langer in Irak zullen blijven.
Dat stelde de Tweede Kamer dinsdag in het debat over de situatie in Irak.
Zolang het nog volstrekt onduidelijk is waar het met Irak naartoe gaat en wat de rol van de VN daar wordt, is het onverantwoord om bij de Amerikaanse regering en bij de VN positieve signalen af te geven, meent de Kamer.
VVD’er Wilders waarschuwde de bewindslieden Bot, Kamp van Defensie en Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking dat de premier een probleem met zijn fractie krijgt als hij een toezegging doet aan Bush. Nu al iets beloven zou „ontijdig, onterecht en onverantwoord” zijn, vulde Koenders (PvdA) aan.
Minister Bot verzekerde de Kamer dat de Nederlandse delegatie de Amerikaanse president niets zal beloven. Hij kon de parlementariërs echter niet vertellen wanneer het kabinet wel in staat zal zijn een besluit te nemen. „Dat hangt af van de informatie die de komende anderhalve maand binnenkomt”, aldus de bewindsman.
Van invloed is onder andere de vraag of Nederlandse troepen een rol kunnen spelen om de verkiezingen rustig te laten verlopen. Verder is het kabinet gevoelig voor verzoeken van de VN als Nederland kan bijdragen aan een goed en veilig functioneren van de organisatie in Irak.
Een meerderheid van de Kamer heeft geen probleem met de militaire voorbereidingen die minister Kamp treft voor een eventuele verlenging. Hij heeft een bataljon van de luchtmobiele brigade opgeroepen zich gereed te maken voor uitzending. Alleen SP, LPF en de PvdA hielden de boot af.
PvdA-woordvoerder Koenders zei dat zijn fractie „geen positieve grondhouding” wil aannemen voor een verdere verlenging. Zolang het kabinet zijn partij niet kan overtuigen waarom het nodig is een derde termijn van zes maanden aan de Nederlandse aanwezigheid te plakken, geeft de PvdA niet thuis. Koenders waarschuwde dat door de positieve signalen die nu worden afgegeven, andere landen zullen afzien van deelname. Dat zou kunnen betekenen dat er geen opvolger is als Nederland zijn aanwezigheid niet zou willen verlengen.
Kamp benadrukte dinsdag overigens een- en andermaal dat hij niets liever doet dan zo snel mogelijk weggaan uit Irak. Desondanks sluit hij een langer verblijf niet uit. Dat komt volgens hem in zicht als de Britten in Irak ons land vragen troepen te blijven leveren en als de opdracht haalbaar en verantwoord is.
De huidige bijdrage die Nederland levert aan de stabilisatiemacht in het zuiden van Irak loopt half juli af.