Het was afgelopen donderdag een jaar geleden dat Aristide voor de tweede keer werd beëdigd als president. Banen zijn er het afgelopen jaar niet bijgekomen, het gemiddelde inkomen bedraagt 1 dollar per dag, de inflatie is de afgelopen vijf jaar 80 procent gestegen en de economie krimpt. De 48-jarige Aristide geeft de „cynische” oppositie en de „economische terreur” van de internationale gemeenschap de schuld van de problemen.

Na de verkiezingen van 2000, waarbij Aristides Lavalas Familiepartij een overweldigende overwinning behaalde, blokkeerde de internationale gemeenschap honderden miljoenen dollars aan hulp, omdat de verkiezingen niet eerlijk zouden zijn verlopen. De hulp wordt pas weer hervat als er met de oppositie een akkoord is bereikt over nieuwe verkiezingen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, zei donderdag dat zijn regering de hulp vooralsnog niet vrijgeeft, „omdat er onzes inziens nog niet genoeg is gedaan om het politieke proces vooruit te helpen.”

Tegenstanders en voormalige aanhangers van Aristide in Haïti beschuldigen de president ervan politieke spanningen en geweld aan te wakkeren. Volgens sommigen heerst in het land het recht van straat.

„De mensenrechtensituatie is duidelijk verslechterd”, stelt de Nationale Coalitie van Haïtiaanse Rechten, die de regering ervan beschuldigt het onderzoek naar de in april 2000 gepleegde moord op de vooraanstaande journalist Jean Dominique tegen te werken. De ”Echo van de Stem van Jean Dominique”, een groep vrienden van de vermoorde journalist, stelde deze week voor de radio dat Aristide „zich gedraagt als Pontius Pilatus.” Ook zeiden leden van de groep de priester in de president niet meer te herkennen.

De regering wees er donderdag op dat er het afgelopen jaar wegen zijn vernieuwd, ziekenhuizen zijn geopend, dat het elektriciteitsnet is uitgebreid en dat er een alfabetiseringscampagne is begonnen.

De voormalige priester Aristide won in 1990 als fervent pleitbezorger van de armen de eerste vrije verkiezingen van Haïti. Het jaar daarop werd hij door het leger afgezet. Na in 1994 te zijn teruggekeerd als president diende hij zijn eerste ambtstermijn, die liep tot 1996, uit. Afgelopen december vielen er zeker tien doden toen een groep gewapende mannen het presidentiële paleis aanvielen. Maandag sloeg de oppositie een aanbod van Aristide af om deel te gaan uitmaken van de regering.