Binnenland

Vraagbaak voor veteranen van de slag om Arnhem

OOSTERBEEK. Vriendelijk en behulpzaam is ze volgens Laurie Weeden (93), zweefvliegtuigpiloot bij de slag om Arnhem in 1944. „Een erg aardige dame.” Hiltje van Eck is al jaren begeleidster en vraagbaak voor veteranen die voor de jaarlijkse herdenking van de operatie Market Garden naar Nederland komen. De oud-militairen hebben veel waardering voor haar inzet.

Jan Kas
19 September 2015 11:07Gewijzigd op 15 November 2020 21:55
Hiltje van Eck (73) zet zich al jaren rondom herdenkingen van operatie Market Garden in voor veteranen zoals Laurie Weeden (93). beeld VidiPhoto
Hiltje van Eck (73) zet zich al jaren rondom herdenkingen van operatie Market Garden in voor veteranen zoals Laurie Weeden (93). beeld VidiPhoto

Ook Elena Washer is complimenteus. Ze vergezelt haar man, Arnhemveteraan Kenneth (92). „We hebben hier altijd mooie, onvergetelijke dagen. We voelen ons welkom in Nederland. En daar draagt Hiltje aan bij. Ze helpt ons wanneer dat nodig is.”

Van Eck is betrokken bij de veteranenorganisatie Arnhem 1944 Fellowship en vertegenwoordigt de oud-strijders in het bestuur van de Stichting Airborne Herdenkingen. „Ik organiseer elk jaar de welkomstbijeenkomst en zorg ervoor dat de veteranen en hun begeleiders goed geïnformeerd zijn over het verdere programma. Familieleden van de veteranen mailen me het hele jaar door met allerlei vragen.”

Bij de 71e herdenking van de slag om Arnhem dit jaar zijn er 25 veteranen, de meesten uit Engeland. Vier komen er uit Polen. Ook twee weduwen van veteranen wonen de herdenkingen bij. Vorig jaar, een lustrumjaar, waren er meer oud-strijders: 83. „Het leek toen wel of sommigen hun laatste krachten hadden gespaard om erbij te zijn, ook al waren ze reeds ernstig ziek. Zeker drie, vier veteranen die ik persoonlijk heel goed kende, zijn het afgelopen jaar overleden.”

Kameraadschap

Inmiddels zijn alle oudgedienden 90-plussers. „Er zijn er die ieder jaar weer komen. De herdenkingen in en rond Arnhem zijn voor hen gewoon het jaarlijkse hoogtepunt. Daar leven ze het hele jaar naartoe. Het klinkt misschien gek, maar voor menigeen waren die oorlogsjaren de interessantste tijd van hun leven. Sommigen hebben na 1945 nog gevochten, in Korea of elders. De meesten hadden echter een baantje en een gewoon burgerleven. De oorlog was weliswaar akelig, maar de veteranen hebben het altijd over kameraadschap. Dat is iets ongelofelijks geweest: voor elkaar opkomen, voor elkaar door het vuur gaan. Daarom willen velen ook dat na hun dood hun as op de Airbornebegraafplaats in Oosterbeek wordt bijgezet, dicht bij een omgekomen vriend die daar al zijn laatste rustplaats heeft.”

Van Eck is weleens bang dat de veteranen iets overkomt tijdens de herdenkingen. „Maar zelf vinden ze het niet zo erg als hun leven hier eindigt. Twee jaar geleden moesten een paar veteranen in het ziekenhuis worden opgenomen, dat is toen gelukkig allemaal goed afgelopen. Vorig jaar waren er geen problemen.”

Onderduikers

Van Eck is een oorlogskind, ze was 3 jaar in 1945. „Hoe jong ik ook was, ik zie het nog voor me dat we werden bevrijd.” In haar ouderlijk huis aan de weg van Ede naar Lunteren waren Duitsers ingekwartierd, terwijl er ook onderduikers verbleven. Een van hen was historicus Jacques Presser, een oud-collega van haar vader op de Joodse hbs in Amsterdam. „Bij ons woonde ook een Joods meisje, met wie ik nog steeds contact heb. Volgens de papieren was ze een evacuee uit Rotterdam.” Vader Hubert van Eck, leraar aardrijkskunde, was van 1946 tot 1970 PvdA-gedeputeerde van Gelderland.

Na de oorlog bleven de banden met onderduikers en veteranen intact. Tony Hibbert, die naast John Frost bij de Rijnbrug in Arnhem had gevochten en bij buren was ondergedoken, vroeg haar in 1984 een reünie te organiseren voor de geallieerde militairen die na de slag om Arnhem met de operatie Pegasus naar de reeds bevrijde Betuwe ontsnapten. „Ik moest de Nederlanders opzoeken die daarbij geholpen hadden.”

Met de reünie begon voor haar vrijwilligerswerk voor veel veteranen en hun familieleden. „Hibbert, die vorig jaar overleed, zei vaak dat nergens anders, waar dan ook herdenkingen zijn, zo’n band tussen burgers en veteranen bestaat als rond Arnhem. Misschien komt het doordat de strijd hier echt vanuit de huizen is geleverd, waar de mensen toen nog in leefden. Hibbert op zijn beurt had enorme bewondering voor de moed en de opoffering van al die Nederlanders in het verzet. Hij zei vaak: „Wij werden krijgsgevangen gemaakt, die Nederlanders werden in een kamp gestopt of zelfs gefusilleerd.””

Oorlog dichtbij

Van Eck vindt het „mooi” dat jongeren bij de herdenkingen worden betrokken. „Ze kunnen nu nog van veteranen zelf horen hoe het in 1944 was. Oorlog is nogal wat. Als je ziet wat er juist nu weer allemaal gebeurt in de wereld, is het goed om mensen er bewust van te maken dat oorlog ook hier bij ons is geweest. Veteranen en burgers hebben vreselijke dingen meegemaakt. We moeten zo ontzettend oppassen dat het niet weer gebeurt.”

Wat Van Eck betreft blijven de herdenkingen doorgaan. „Er komen de laatste tijd steeds meer kinderen van veteranen naar Arnhem en omgeving. In België en Frankrijk worden de plechtigheden rond de Eerste Wereldoorlog drukker bezocht dan ooit. Kinderen van veteranen zijn ontzettend geïnteresseerd in wat hun vaders hier gedaan hebben. Bij een heleboel is die belangstelling pas gaan groeien nadat hun vader overleden was. Voor hen is het prachtig als ze hier contact kunnen hebben met mensen die hun vader nog gekend hebben.”

Voor Van Eck zijn de dagen in september altijd vol emotie. „Ik heb onnoemelijk veel respect voor wat die kerels allemaal gedaan hebben. Ze hebben in de oorlog veel vrienden verloren. Als ik ze op de Airbornebegraafplaats zie sjokken of in hun rolstoel zie zitten, krijg ik tranen in mijn ogen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer