Binnenland

„Ook Duitse gesneuvelden moeten een laatste rustplaats hebben”

Bijna 32.000 eenvoudige kruisen. Elk met een kort opschrift. Prinsen, burgers, baby’s, SS’ers en soldaten. De Duitse oorlogsbegraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn biedt een ontluisterende aanblik. In de dood is iedereen gelijk.

18 September 2015 21:09Gewijzigd op 15 November 2020 21:54
Sjoerd Ewals komt als educatief medewerker dagelijks op de Duitse Militaire Begraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn. Hij wil onder andere Duitse en Nederlandse jongeren informeren over de Duitse kant van de Tweede Wereldoorlog. beeld RD, Henk Visscher
Sjoerd Ewals komt als educatief medewerker dagelijks op de Duitse Militaire Begraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn. Hij wil onder andere Duitse en Nederlandse jongeren informeren over de Duitse kant van de Tweede Wereldoorlog. beeld RD, Henk Visscher

Het ongeveer 2000 inwoners tellende Ysselsteyn ligt in het noorden van Limburg, niet ver van Venray. Buiten het dorp bevindt zich de Duitse oorlogsbegraafplaats. Hij is omgeven door 60.000 bomen die ooit bewust zijn aangeplant om de begraafplaats aan het oog te onttrekken.

Op 3 kilometer afstand liggen de kazematten van de Peel-Raamstelling, die al op de tweede oorlogsdag in mei 1940 in Duitse handen viel. En in 1944 werd er 15 kilometer noordelijker, bij Overloon, hevig gevochten tussen Duitsers en Amerikanen.

Bovendien stortten tijdens er de oorlog in de omgeving veel vliegtuigen neer die als doel hadden het Ruhrgebied te bombarderen. Eén ervan kwam neer op de plek waar nu de begraafplaats ligt, zegt Sjoerd Ewals. Hij is educatief medewerker bij de Duitse Militaire Begraafplaats in Ysselsteyn. Ewals zet zich onder meer in om Duitse en Nederlandse jongeren te informeren over de Duitse kant van de oorlog.

Nederland nam in 1946 zelf het initiatief om een Duitse begraafplaats aan te leggen. „Door heel Nederland lagen veldgraven. De regering wilde die bijeenbrengen.” Slechts zo’n 20.000 van de 55.000 gesneuvelde Duitsers gingen terug naar het thuisland, dat te veel zorgen had om zich over de doden te ontfermen. Ysselsteyn bleek de ideale locatie. „We zitten hier maar zo’n 20 kilometer van de grens. Bovendien was de veengrond nauwelijks geschikt voor de landbouw.”

De eerste 3000 lichamen die arriveerden, waren afkomstig van een begraafplaats in Margraten, de plek waar nu nog ruim 8000 Amerikanen liggen. Ook uit Overloon en de omgeving van Arnhem kwamen veel lichamen. Bij de herbegrafenis werd een poging gedaan om zo veel mogelijk mensen te identificeren. In 6000 gevallen lukte dat niet.

Nog steeds worden er in Ysselsteyn gevonden Duitsers begraven. Lopend over de begraafplaats wijst Ewals op plaatsen waar de grond is omgewoeld. Daar zijn kortgeleden Duitsers te ruste gelegd. De kruisen ontbreken nog.

Aan het begin van de 1 kilometer lange en honderden meters brede begraafplaats staan 87 gedenktekens van Duitsers die in de Eerste Wereldoorlog omkwamen. „Zij zijn onder andere via de Maas en de Noordzee aangespoeld in Nederland.” Halverwege de begraafplaats liggen twee prinsen naast elkaar. „Het waren oorlogsvliegers die in Nederland zijn omgekomen.” Zo’n 100 meter verderop ligt een kind van een dag. Het jongetje had Duitse ouders en kwam om in Kamp Vught. Ook kampbewakers, SS’ers en Nederlanders die samenwerkten met de Duitsers liggen in Ysselsteyn.

Maar kunnen zij allemaal wel worden herdacht? „Dat gebeurt alleen in november, op de Volkstrauertag, wanneer alle mensen worden herdacht die zijn omgekomen bij gewapende conflicten.” Ewals, die in Ysselsteyn opgroeide, vindt het net als de meeste dorpelingen heel normaal dat hier een Duitse begraafplaats is. „Veel mensen vinden dat ook de Duitse gesneuvelden een plekje moeten hebben.”

In Ysselsteyn is er alle ruimte om te herdenken. Hier en daar liggen op de begraafplaats wat kransen. Ook bijvoorbeeld het voordragen van een gedicht is toegestaan. „Maar het tonen van hakenkruizen mag niet.”

In het verleden zijn er volgens Ewals linkse en rechtse groepen geweest die bij de begraafplaats wilden demonstreren, maar dat mocht niet van de gemeente Venray, waar Ysselsteyn onder valt.

Jaarlijks krijgt Ysselsteyn 25.000 bezoekers. Vroeger kwamen er vooral nabestaanden van Duitse militairen. Tegenwoordig ziet Ewals ook veel Nederlanders. Daarnaast komen veel Duitse jongeren, die deelnemen aan educatieve programma’s en soms helpen de graven te onderhouden. „Duitse jongeren vragen weleens tijdens een lezing aan een Joodse ooggetuige of hij een hekel heeft aan de Duitsers. Veel van hun opa’s zaten in het Duitse leger. Maar niet elke soldaat was per definitie fout.”

Soms heeft de Limburger bijzondere ontmoetingen. „Een jaar geleden kwam hier een vrouw. Ze zei dat haar opa aan het einde van de oorlog op een Nederlands eiland ’s nachts door een Georgische soldaat was neergestoken. Ze vond het eigenlijk maar een vreemd verhaal. Ik heb haar uitgelegd dat het klopt. Haar opa is bij de Georgische opstand op Texel omgekomen en ligt hier begraven. Die vrouw was blij dat ze nu duidelijkheid had.”

Bij de Duitse begraafplaats, die contacten heeft met oorlogsmusea in Overloon en Groesbeek, begint in 2016 de bouw van een herinneringscentrum. „Hier liggen 32.000 verhalen. We moeten aan de bezoekers laten zien wat een oorlog met mensen doet.”


serie

Fout erfgoed

Dit is het laatste deel in een vijfdelige serie over tastbare herinneringen aan de Duitse bezetting.

Meer over
Fout erfgoed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer