Ontelbare inwoners hebben door de beving en de daaropvolgende hoge golven aan de Chileense kust -tot bijna 5 meter hoog- hun huis verloren. Verder zitten 40.000 huizen nog altijd zonder stroom. De gedupeerden zijn begonnen met de wederopbouw van hun huizen, maar zijn feitelijk nog niet verder gekomen dan het verwijderen van modder en puin. „We hebben nog geen hulp ontvangen, ze moeten zich haasten”, zegt een bewoner van het dorp Tongoy tegen de krant El Mercurio.

Tongoy ligt in de zwaar getroffen regio (en tevens stad) Coquimbo. Daar is de noodtoestand uitgeroepen. Een aantal bewoners heeft vrijdagmorgen korte tijd de snelweg van en naar Coquimbo geblokkeerd, totdat de politie de wegversperring weghaalde. „We hebben al drie dagen niet gegeten”, schreeuwde een van de demonstranten.

President Michelle Bachelet belooft hulp en stuurt soldaten. Die patrouilleren onder meer door de straten om plunderingen te voorkomen. Daarnaast worden hulppakketten uitgedeeld. „We weten van de pijn en de woede en werken zo snel mogelijk”, zei Bachelet.

Het dodental van de beving met een kracht van 8,3, een van de zwaarste in de historie van Chili, staat inmiddels op twaalf. Vijf mensen worden nog vermist.

In 2010 kwamen bij een aardbeving van 8,8 meer dan vijfhonderd mensen om in Chili. Toen kreeg president Bachelet ook al veel kritiek over zich heen, omdat ze te traag zou hebben gereageerd.