De Amerikaanse president Barack Obama vindt het belangrijk dat de twee snel over Syrië overleggen. Dit zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry vrijdag in Londen. Het is een belangrijke toenadering tussen Washington en Moskou.

Het Kremlin steunt de Syrische regering van president Bashar al-Assad door dik en dun en voorziet Syrië al zeker 45 jaar van wapens. Rusland heeft aan de Middellandse Zee één marinehaven, in de Syrische haven Tartus.

Rusland waarschuwt dat er nog miljoenen Syriërs het land uitvluchten als Assads regering valt. Assad behoort tot een minderheid, de alawieten, die een geloof aanhangt dat verwant is aan de sjiitische islam. De alawieten staan net als de christenen voor ongeveer 10 procent van de bevolking. Vrijdag nog vuurden soennitische rebellen 250 raketten af op twee sjiitische dorpjes, volgens waarnemers.

De VS voeren een westerse en Arabische coalitie aan die luchtaanvallen uitvoert in Irak en Syrië gericht tegen de terreur van Islamitische Staat. Die soennitische rebellen zijn de sterkste tegenstanders van Assads troepen. Veel westerse en regionale mogendheden willen ook van Assad af. Kerry herhaalde dat volgens hem Assad geen onderdeel kan uitmaken van een politieke oplossing voor Syrië.

Het Kremlin zou het regime van Assad met militair ingrijpen willen redden. Daarbij zou Rusland in het Syrische luchtruim in conflict kunnen komen met de internationale coalitie. Nederland hoort daar ook bij, maar voert vooralsnog geen aanvallen uit op Syrië. Kerry’s Russische collega Sergej Lavrov zei eerder dat militair overleg met de VS „nodig is om ongewilde incidenten te voorkomen”. Amerikaans bronnen zeiden tegen het persbureau Reuters dat er al een klein aantal Russische gevechtsvliegtuigen in Syrië zijn neergestreken, met name in Latakia in het noordwesten.