Na het gedwongen vertrek van president Jean-Bertrand Aristide, vorige week, is Haïti nog steeds het toneel van incidentele gevechten tussen pro-Aristide-bendes en rebellengroepen. Ook wordt op tal van plaatsen in land volop geplunderd. Een internationale troepenmacht van ongeveer 2300 Amerikanen, Canadezen, Fransen en Chilenen is er nog niet in geslaagd de chaos te bedwingen.

Aristide, die in de Centraal-Afrikaanse Republiek in ballingschap verblijft, draagt ook niet bij tot kalmte in het land waaruit hij zegt te zijn ontvoerd. In een interview voor de Franse radiozender RTL en op een persconferentie in zijn ballingsoord riep hij maandag de Haïtianen op tot verzet tegen „een onaanvaardbare bezetting” door buitenlandse troepen. In zijn ogen volgde het verzet op „een evenzeer onaanvaardbare politieke ontvoering.” Hij zei zijn best te doen „de mensen te begeleiden die mijn kant hebben gekozen.”

Voor het eerst sinds zijn vertrek uit Haïti verscheen Aristide in het openbaar. „Ik ben de democratisch gekozen president en dat blijf ik. Ik pleit voor de herinvoering van de democratie”, zei Aristide in Bangui. De rebellen omschreef hij als „drugsdealers en terroristen.” Hij beschuldigde de VS er opnieuw van hem gedwongen te hebben af te treden. „Het was een politieke ontvoering.”

Aristides functie wordt inmiddels conform de Haïtiaanse grondwet waargenomen door opperrechter Boniface Alexandre. Hij werd gisteren officieel geïnstalleerd als voorlopig president. De grondwet schrijft eveneens voor dat de waarnemend president over 45 dagen verkiezingen organiseert. In de komende dagen zal Alexandre een nieuwe premier benoemen. Dat gebeurt op voordracht van een vrijdag samengestelde raad van ”wijze mannen”. Als bondgenoot van de verdreven president moet ook de huidige premier Yvon Neptune het veld ruimen.

Buiten demonstreerde een groep aanhangers van Aristide. Hun kreet, ”Aristide of de dood”, was te horen tot in de kamer waar de ceremonie plaatsvond. De demonstratie werd scherp in de gaten gehouden door Amerikaanse militairen en verliep zonder geweld. Alexandre riep de bevolking op tot kalmte. „We zitten allemaal in hetzelfde schip en als het zinkt, zinkt het met ons allemaal aan boord.”