Avramopoulos bekritiseerde de strenge Hongaarse controle aan de grens met Servië en zeker wanneer daarbij sprake is van gebruik van geweld. Hij zei het eens te zijn met de opvatting van Hongarije dat de unie zijn grenzen moet bewaken. Anderzijds heeft de EU een morele en christelijke plicht om mensen te helpen die zijn gevlucht. Hij wil dat Boedapest minder op eigen houtje opereert en meer met de Europese Unie samenwerkt.

Onder andere door het optrekken van een hek aan de grens met Servië heeft Hongarije ervoor gezorgd dat de stroom migranten voor een deel is afgebogen naar Kroatië. Maar de Hongaren wijzen de kritiek andermaal van de hand. Het hekelen van het harde optreden aan de grens, waarbij waterkanonnen en traangas werden gebruikt, werd donderdagochtend door minister van Buitenlandse Zaken Peter Szijjarto verontwaardigd van de hand gewezen. Hij noemde de aantijgingen „bizar en schokkend”. Wie het gooien van stenen naar de politie accepteert, moedigt geweld alleen maar aan, verklaarde hij.