Eis 3 jaar cel tegen Badr Hari in hoger beroep
AMSTERDAM (ANP). Het Openbaar Ministerie (OM) heeft woensdag in hoger beroep drie jaar cel geëist tegen kickbokser Badr Hari. De aanklager houdt de dertigjarige vechtsporter verantwoordelijk voor een reeks mishandelingen in het Amsterdamse uitgaansleven. Daaronder was ook die van zakenman Koen Everink in de Amsterdam ArenA tijdens Sensation 2012.
De eis viel lager uit dan vorig jaar, toen de officier van justitie de rechtbank vroeg Hari een gevangenisstraf van vier jaar op te leggen, waarvan een voorwaardelijk. Aanleiding daarvoor was dat het OM zich in hoger beroep op het standpunt stelde dat bij de mishandeling van Everink geen sprake was van voorbedachte rade, wat eerder wel werd verondersteld.
De aanklager ging verder niet in beroep tegen de vrijspraak die de rechtbank Hari vorig jaar in een paar geweldszaken verleende. De kickbokser kreeg toen uiteindelijk anderhalf jaar cel, waarvan een half jaar voorwaardelijk.
Voor het hof zei de aanklager woensdag dat hij bij het voorbereiden van het proces „een steeds somberder beeld” van de persoon Hari kreeg. „Geen empathie, geen schuldgevoel, het zijn bevindingen van deskundigen waarmee ik het eens ben. Het is niet uit te sluiten dat hij doelbewust een imago heeft proberen te creëren dat met hem niet te spotten viel, dat hij onaantastbaar was.”
Omdat Hari nauwelijks meer in Nederland is, vond het OM een deels voorwaardelijke straf niet zinvol. Om diezelfde reden vroeg de aanklager het hof de schorsing van Hari’s voorarrest komende vrijdag na afloop van de zaak direct op te heffen.
Hari’s medeverdachte in de ‘Sensation-zaak’, Ferhat Y. (37), verdwijnt wat het OM betreft vijftien maanden achter slot en grendel wegens de mishandeling van Everink. Tegen Y., die door de rechtbank werd vrijgesproken, werd eerder twintig maanden cel geëist. De aanklager vindt ook dat in de ‘Sensation-zaak’ een door Everink ingediende schadeclaim van ruim 63.000 euro moet worden toegewezen.
Het proces gaat woensdagmiddag verder. Dan voert de verdediging van Y. het woord. Vrijdag wordt gepleit in de zaak-Hari. De uitspraak staat gepland op 29 oktober.