Tour over heroïsche strijd Rotterdam in meidagen 1940
ROTTERDAM. „Kijk, op dit water landden de watervliegtuigjes van de Duitsers op 10 mei 1940.” Met een brede armzwaai wijst Jan Gooijer naar de Nieuwe Maas. Hij zit midden in zijn rondleiding Battle Tour, waarmee hij de herinnering aan de heroïsche strijd van Rotterdamse militairen in de meidagen van 1940 levend wil houden.
De Rotterdammer maakt zich er zorgen over dat het voortgezet onderwijs in de Maasstad nauwelijks aandacht geeft aan de strijd in Rotterdam in de meidagen. „Terwijl scholieren dagelijks langs deze plekken fietsen, zonder te weten dat hier ruim 200 Nederlanders zijn gesneuveld. En de generatie die het heeft meegemaakt, is er bijna niet meer.”
Daarom voelt Gooijer (66) zich, met ex-commando Vincent Quast, geroepen om de strijd rond de Maasbruggen van 1940 in het collectieve geheugen in te prenten. Zij kwamen recent op het idee om rondleidingen te houden langs de gevechtsplaatsen. Deze ”Battle Tours” zijn bestemd voor middelbare scholieren en toeristen
Naïeve gedachte
De voettocht start bij de Spanjaardsbrug. „Rotterdam had in de meidagen van 1940 6800 militairen. Alleen de 1100 mariniers waren goed getraind. Nederland koesterde de naïeve gedachte dat het neutraal kon blijven.”
Doel van de aanval van de Duitsers op Rotterdam was het bemachtigen van de Maasbruggen. „Zo konden ze snel doorstoten naar Holland, om de koninklijke familie en de regering te gijzelen. Dat plan mislukte door de felle tegenstand van de Nederlandse militairen in Rotterdam.”
De tocht gaat naar het Witte Huis, een karakteristiek overblijfsel van vooroorlogs Rotterdam. Daar huist ook het Mariniersmuseum, waar Gooijer zijn gezelschappen een klein halfuur rondleidt. „Kijk, dit zijn de vlotten die de gelande militairen met een compressortje opbliezen.”
Een deel van de soldaten peddelde naar het Noordereiland, in het midden van de Nieuwe Maas, dat zij veroverden. Een ander deel bezette het noordelijke bruggenhoofd van de spoorbrug en het Witte Huis. In allerijl gealarmeerde Nederlandse militairen joegen hen eruit, waarop deze Duitsers zich even verderop terugtrokken in het gebouw van de Nederlandse Levensverzekeringsmaatschappij.
Gooijer leidt zijn gezelschap over de nieuwe Willemsbrug naar het Noordereiland. „De Nederlandse militairen hadden de opdracht gekregen om op alles te schieten wat op het eiland bewoog. In de vier dagen oorlog werden de huizen aan de noordelijke kade in puin geschoten.”
Kapotgeschoten helmen
Langs de Maaskade voert de tocht naar het Burgemeester Hoffmanplein. „In het plantsoentje hier begroeven de Duitsers hun dode militairen. Ze staken het geweer in de grond, met de helm erop, bijna altijd kapotgeschoten.”
Gooijer leidt zijn gasten naar een zijhofje van de Van der Takstraat. „Hier had de Duitse commandant van het Noordereiland, Von Choltitz, de bewoners uit deze woningen gezet en trok er zelf met een aantal militairen in, buiten de schootslijn.”
Aan de zuidkant van het eiland, op de Prins Hendrikkade, heeft nummer 66 een kleine plaquette. Het is een van de weinige zichtbare herinneringen aan de strijd. „Hier was de ijssalon van waaruit de onderhandelingen over de capitulatie van Nederland werden gevoerd. Die werden vertraagd door de Nederlanders, waarop het bombardement op Rotterdam op 14 mei plaatshad.”
Voor Gooijer blijven er nogal wat vraagtekens over. „Waarom zijn de Duitsers, die op 13 mei klaarstonden met tanks, niet doorgebroken? Waarom is het bombardement op Rotterdam doorgezet, ondanks dat de Duitsers op het eiland rode lichtkogels afvuurden om dat te voorkomen? Was Hitler zelf de Nederlandse weerstand zat? We zullen het nooit te weten komen.”
Terug aan de noordkant van de Maas toont Gooijer het noordelijk hoofd van de oude Willemsbrug, waar een felle strijd om heeft gewoed. „Hier gebeurde iets bizars. Nederlandse militairen wilden het bruggenhoofd heroveren. Dat lukte niet, maar drie mariniers kregen wel een luik open. Zo kwamen ze op een platform onder de verkeersbrug, terwijl Duitsers op het platform van de spoorbrug ernaast zaten. De Nederlanders schoten eerder dan de Duitsers. De drie hebben daar vier dagen geschuild.”
Von Choltitz waardeerde het heldendom van de Nederlandse militairen. „Na de capitulatie liet hij zijn soldaten salueren voor de Nederlandse krijgsgevangenen.”
Tot Gooijers spijt is in het bruggenhoofd een sportschool gevestigd. Wel hangt er een plaquette ter herinnering aan het heldendom van de Nederlandse militairen. „Die moed heeft niet kunnen voorkomen dat ons land vijf moeilijke jaren tegemoet ging.”