Noord-Ierse coalitie wankelt na vertrek DUP
BELFAST. De Noord-Ierse premier Robinson stapt op en ook vrijwel alle andere kabinetsleden van zijn partij DUP vertrekken. Slechts één DUP-minister blijft aan, zei Robinson donderdag.
De ministers van de pro-Britse partij reageren daarmee op de crisis die is ontstaan na de arrestatie van partijprominent Storey van coalitiepartij Sinn Fein in verband met de moord op McGuigan, een lid van het voormalige IRA. Storey is donderdagavond weer vrijgelaten. Maar de DUP is het vertrouwen in de coalitiepartner kwijt.
De DUP, de grootste partij in het Britse landsdeel, eiste donderdag dat de regering in Londen zou ingrijpen en de taken van het parlement zou opschorten. Toen dat niet gebeurde, trokken de Unionisten hun conclusies.
De DUP-minister van Financiën, Foster, blijft wel zitten en wordt waarnemend premier, „om zeker te stellen dat de nationalisten en de republikeinen geen financiële of andere beslissingen nemen die schadelijk voor Noord-Ierland kunnen zijn”, zei Robinson.
Noord-Ierland wordt geregeerd door een vijfpartijencoalitie. DUP-leider Dodds zei eerder donderdag dat eigenlijk Sinn Fein eruit zou moeten stappen. Die partij is niet geschikt om te regeren, vindt Dodds. De DUP is pro-Brits. Sinn Fein was ooit de politieke tak van de IRA, die zich hevig verzette tegen de Britse zeggenschap in Noord-Ierland.
Noord-Ierland is net als Schotland en Wales een apart land binnen het Verenigd Koninkrijk. Door de crisis bestaat de kans dat Noord-Ierland weer onder het gezag van de Britse regering komt te staan. Londen riep vanochtend de partijen op de crisis vooralsnog onderling op te lossen.