Chinese militaire parade bederft sfeer in de regio nog meer
Veel symboliek tijdens de militaire parade in de Chinese hoofdstad Peking. Maar de boodschap ervan was heel concreet: China wil ook op militair terrein een wereldspeler van formaat worden.
Met 70 kanonschoten werd donderdag een 70 minuten durende militaire parade gestart op het Plein van de Hemels Vrede in de Chinese hoofdstad Peking. Veel symboliek op China’s grootste militaire parade ooit. Zo verwees dat getal 70 naar de 70e verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog, door Chinezen steevast de Chinese zege op Japan genoemd. De derde september wordt een vaste feestdag in China, heeft president Xi Jinping bepaald, en daarmee is een nieuwe grimmigheid toegevoegd aan de toch al verzuurde relatie met buurland Japan. Terwijl premier Shinzo Abe juist af wil van dat oorlogsverleden, gaat China de zege op het Japanse keizerlijke leger voortaan jaarlijks iedereen inpeperen.
Maar behalve symboliek was er toch vooral veel concreet machtsvertroon. Zo werden er zo’n 40 verschillende wapensystemen getoond en paradeerden 12.000 militairen over het Tiananmenplein (onder wie soldaten uit 17„bevriende” landen zoals Rusland, Mongolië, Cuba, Servië en Mexico).
De organisatie van de parade had heel wat voeten in de aarde. Er vlogen donderdag zo’n 200 gevechtsvliegtuigen boven de hoofdstad, maar wat heeft dat voor zin als je vanwege luchtvervuiling toch altijd in de mist zit? Om dat voor een dag te voorkomen werden vervuilende fabrieken rond Peking en in zeker zes omringende provincies al enkele dagen van tevoren stilgelegd of op een lager pitje draaiende gehouden, zodat de Chinezen de vliegtuigen konden zien in plaats van enkel horen. Ook het autoverkeer in de stad werd deels aan banden gelegd om de lucht helder te krijgen.
Naast helderheid van de lucht was veiligheid op de grond een andere prioriteit. Voor en na de parade moesten de twee luchthavens bij Peking dicht en ook tankstations moesten tijdelijk hun deuren sluiten.
Honderdduizenden vrijwilligers zijn dagen bezig geweest met het controleren van straten en wijken op verdachte personen en dingen.
”Alles onder controle” was ook de boodschap van het machtsvertoon zelf, en dat is niet voor niets. Steeds meer Chinezen vragen zich af of president Xi Jinping in staat is het land in goede banen te leiden: de economische groei is gekelderd naar een ongekend laag niveau en door dalende beurskoersen zijn miljoenen Chinezen zwaar gedupeerd. En dan was er ook nog de ramp in Tjianjin, waaruit naar voren kwam dat de veiligheid in en rond industriële gebieden niet deugt.
De Chinese burger kan dus wel een oppepper gebruiken en donderdag kreeg hij die tijdens een show waarin de machthebbers lieten zien wat er wél goed gaat in China. „Ik heb alles onder controle”, was ook president Xi’s boodschap richting het Chinese Volksbevrijdingsleger, dat je gerust een staat binnen de staat mag noemen. Tijdens de rigoureuze anticorruptiecampagne van Xi zijn er ook binnen het leger op hoog niveau rake klappen uitgedeeld in de richting van corrupte militairen, en zo’n parade kan het idee van een gatenkaasleger in één klap corrigeren.
Donderdag wordt ook aan de buitenwacht getoond dat China er in de wereld toe doet. Vanuit economisch perspectief wisten we dat al, maar militair zijn er nog de nodige twijfels.
Dát China bezig is met een enorme inhaalslag als het gaat om modernisering van zijn militaire apparaat is duidelijk en logisch, want qua modernisering en efficiëntie loopt het nog mijlenver achter bij zijn belangrijkste evenknie, de Verenigde Staten.
Belangrijker is de vraag naar China’s ambities op militair terrein, en vooral de buurlanden –Japan, Taiwan, de Filipijnen en Vietnam– zijn daar benieuwd naar. Ze horen vanuit Peking telkens vredelievende geluiden (en ook donderdag klonken die uit de mond van president Xi), maar als het gaat om het oplossen van territoriale ruzies in de Zuid- en Oost-Chinese Zee toont China tegenover de buurlanden steeds vaker zijn spierballen.
Ook in Washington wordt China met argusogen in de gaten gehouden als het gaat om die militaire ambities. Van één Chinees doel is men daar wel overtuigd: het verkrijgen van wat in jargon ”A2/AD” heet („anti-access/area denial capabilities”), oftewel het vermogen om andere landen (lees: Amerika) op afstand te houden. Concreet betekent dit dat China Amerika’s vliegdekschepen en luchtmachtbases in het westelijk deel van de Stille Oceaan wil kunnen hinderen, blokkeren, lamleggen, en wel zo dat bevriende landen in de omgeving hun vertrouwen in de VS opgeven. „De Chinese militaire opbouw is voornamelijk asymmetrisch”, aldus een analist in The Economist. „Die is niet bedoeld om de Amerikaanse overmacht in de westelijke Pacific direct te weerstaan, maar om de zwakheden ervan uit te buiten.” Daarbij gaat het de Chinezen voor alles om één buurland los te weken uit Amerikaanse handen: Taiwan, dat nog altijd als een opstandige provincie wordt gezien die nooit onafhankelijk mag worden.