Amnesty hekelt noodtoestand Algerije
Amnesty International heeft vrijdag kritiek geleverd op noodtoestand in Algerije. Schenders van mensenrechten kunnen daardoor straffeloos hun gang gaan.
De noodtoestand werd op 9 februari 1992 uitgeroepen om de islamitische rebellen te bestrijden en is nog steeds van kracht. De opeenvolgende regeringen hebben in die tien jaar de crisis niet kunnen oplossen, constateert Amnesty.
Sinds 1992 hebben de regeringen niet alleen verzuimd de nodige maatregelen te nemen. Amnesty zegt dat ze ook pogingen hebben gedwarsboomd van degenen die de mensenrechtensituatie van nabij wilden observeren.
Volgens Amnesty mogen de autoriteiten niet doorgaan met het opofferen van de fundamentele rechten van mensen ten bate van de nationale veiligheid. De schendingen van mensenrechten zijn volgens de organisatie tot het beleid van Algerije gaan horen. Alleen al in 2001 zijn meer dan tachtig burgers gedood door veiligheidstroepen. Tientallen anderen zijn gemarteld of lange tijd in het geheim gevangen gehouden, zo stelt Amnesty.
Wat er aan schendingen van mensenrechten is geconstateerd, is volgens de organisatie misschien maar een topje van de ijsberg. De slachtoffers en hun familieleden zijn bang dat klagen over de schendingen hun situatie alleen maar erger maakt.