Duits dorp omarmt vluchteling na aanslag
In het kleine dorpje Salzhemmendorf in Nedersaksen gooiden extreem rechtsen eind vorige week een molotovcocktail in een huis vol vluchtelingen. De reactie van het dorp is resoluut en duidelijk.
Het is de nacht van donderdag op vrijdag als een buurman van een oud schoolgebouw aan de rand van het slaperige stadje Salzhemmendorf een raar geluid hoort. Hij kijkt uit het raam en ziet het grote, gele gebouw dat sinds een aantal maanden dienst doet als asielzoekerscentrum, in brand staan. Binnen zes minuten zijn brandweer en politie ter plaatse. Nog voor de zon opkomt, is heel het dorp op de hoogte van de aanslag op een Afrikaanse vluchtelingmoeder en haar drie kinderen. Salzhemmendorf is in shock.
„Eigenlijk hebben we helemaal geen nazi’s hier.” De grote blonde politieman loopt met ferme stappen door de hoofdstraat van zijn dorp. Hij kijkt nog altijd een beetje verrast, alsof hij het niet kan geloven dat na alle problemen in andere deelstaten nu ook ‘zijn’ Salzhemmendorf slachtoffer is van rechts geweld.
Nadat vannacht een molotovcocktail door een raam werd geworpen, lijkt het dagelijks leven voor iedereen even stil te liggen. In allerijl organiseren politiek, politie en bezorgde burgers een demonstratie, om te laten zien dat er in Salzhemmendorf geen plek is voor geweld.
Om vijf uur ‘s middags verzamelen zich op het marktplein meer dan 2000 dorps- en regiobewoners. De stemming is gemoedelijk: handen worden geschud, contacten aangescherpt en opgewonden worden de laatste details rond de aanslag in het dorp doorgenomen. Veel inwoners –zowel oudere als jongere– hebben na het middageten nog even snel een spandoek in elkaar geknutseld, met teksten als ”Wij zijn kleurrijk”, ”Geen plek voor nazi’s” en: ”Vluchtelingen zijn hier welkom”.
Volgens dominee Christian Castel, die aansluitend een kerkdienst leidt, is het belangrijk dat het dorp de dag na de aanslag een duidelijk signaal geeft. „Het is echter nog belangrijker dat we in contact blijven met iedereen die hier vandaag niet is en iets tegen vluchtelingen heeft. Haat kan alleen verdwijnen als we de dialoog blijven zoeken.”
Het zijn woorden die aansluiten bij toespraken die later volgen, voor het oude schoolgebouw waar de aanslag werd gepleegd en waar momenteel ongeveer veertig vluchtelingen verblijven. Diverse prominente politici en dorpsbewoners benadrukken hoe belangrijk het is om goede buren te zijn. En waarom het goed is om te laten zien dat vluchtelingen welkom zijn.
Demonstreren
Een aanslag op vluchtelingen zoals eind vorige week in Salzhemmendorf, is het zoveelste voorbeeld van een golf van geweld tegen asielzoekers in Duitsland. Tot nu toe ging het in Nedersaksen alleen om verbaal geweld. Toch lijkt de zaak zich hier, evenals in andere deelstaten, te verscherpen.
Duidelijk is dat de druk in Nedersaksen de laatste tijd is toegenomen. Ook deze deelstaat kampt met overvolle asielzoekerscentra en een groot tekort aan opvangplekken voor de grote stroom vluchtelingen. De onlineadvertentiecampagnes, benefietconcerten en inzamelacties (die burgers oproepen de vele asielzoekers welkom te heten en hen op te nemen in vereniging, gezelschap en huis) vallen niet bij iedereen goed en zorgden vooral de laatste weken voor groeiend protest.
Angst
Terwijl het in de Duitse stad Heidenau op hetzelfde moment tot hernieuwde conflicten tussen rechtse en linkse Duitsers komt, trekt de stoet demonstranten in Salzhemmendorf naar zijn einddoel, de dorpskerk. Terwijl de mensen voorbij trekken, kijkt een 87-jarige inwoonster vanachter haar rollator toe. „Helaas kan ik niet meelopen”, zucht ze, „anders was ik zeker van de partij.”
Net als veel andere Duitsers die overal in het land acties organiseren om vluchtelingen te helpen, probeert deze vrouw haar steentje bij te dragen aan de acceptatie en integratie van de vluchtelingen. „Ik ga regelmatig een ijsje eten met een paar kinderen”, vertelt ze. „Eten wil ik hun best geven. Maar mensen in huis nemen, is me een stap te ver. Ik ben bang dat me dan ook wat overkomt.”
Een angst die logisch lijkt, maar ons er niet van moet weerhouden om vreemdelingen een goed thuis te bieden, aldus dominee Castel. Terwijl hij in de dorpskerk spreekt van vergeving, vreemdelingschap en naastenliefde, rollen buiten de linkse activisten hun spandoeken op.
Een kwartier later is het dorp weer even slaperig als altijd. Vanuit het dakraam van het asielzoekerscentrum kijken een vrouw en haar zoon naar de journalisten die rechtstreeks verslag doen van de gebeurtenissen. Een paar minuten later klinkt vanuit het raam het geluid van rinkelend bestek; de maaltijd is begonnen. Een slap politielint wappert in de wind, een paar buurjongens hangen tegen een muurtje van het buurhuis. De politieagent glimlacht. Die hoopt dat aanslagen op vluchtelingen in zijn dorp verleden tijd zijn.