Volgens het rapport is de aanwezigheid van meisjes onder de achttien in nationale legers, rebellenbewegingen en paramilitaire eenheden wijder verbreid dan altijd werd aangenomen. Unicef schat dat er wereldwijd zo’n 300.000 kindsoldaten zijn. „Op basis van ons werk valt te concluderen dat eenderde van hen uit meisjes bestaat en in sommige gevallen zelfs de helft”, zei Dyan Mazurana, een van de onderzoekers.

De meisjes komen volgens het rapport om uiteenlopende redenen in legers terecht. Soms worden ze gerekruteerd, soms ontvoerd. Soms voldoen ze gewoon hun dienstplicht, zoeken ze bescherming, vormen ze een betaling van belasting, hebben ze geld nodig of proberen ze hun toekomstperspectief te verbeteren. Het rapport stelt overigens dat de meisjes zich zelden vrijwillig bij een leger aansluiten.

De rol die meisjes spelen binnen een leger blijkt ook breder dan gedacht. Ze zijn niet, zoals vaak wordt aangenomen, enkel seksslavinnen of volgers van een beweging of een eenheid. Meisjes worden ook ingezet als soldaten in de strijd, militaire trainers, dwangarbeidsters, spionnen, ordonnansen, koks, dieven, zelfmoordterroristen en mijnopruimers, aldus het rapport.

Het Verzetsleger van de Heer, dat vecht in Noord-Uganda, traint volgens Unicef alle meisjes voor gevechtshandelingen. Van de meisjes wordt verwacht dat ze altijd meevechten, ook als ze zwanger zijn of een kind op hun rug meedragen, aldus Mazurana.

Volgens de studie namen meisjes de afgelopen dertien jaar actief deel aan de gewapende strijd in 34 landen. Unicef wijst er in het rapport op dat omdat de rol van meisjes in oorlogen zo wordt onderschat, er ook veel minder nazorg aan deze groep kindsoldaten wordt besteed. Zo zouden ze bijna nooit in ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieprogramma’s worden opgenomen.