Politiek

Kleine spaartegoeden worden minder belast

Nu het kabinet, met Prinsjesdag in aantocht, de puntjes op de i zet voor de begroting van komend jaar, lekken zoals gebruikelijk ook de eerste nieuwtjes uit. Zo gaat in 2016 niemand erop achteruit en daalt de vermogensbelasting voor kleine spaarders.

Redactie politiek
28 August 2015 08:47Gewijzigd op 15 November 2020 21:19
beeld ANP
beeld ANP

Dat het kabinet de spaarbelasting op de schop wilde nemen, was al wel helder. De belasting roept in toenemende mate irritatie op nu spaarders steeds vaker méér belasting over hun spaargeld betalen dan dat zij aan rente ontvangen.

Dat komt doordat de Belastingdienst op dit moment nog uitgaat van een fictief rendement van 4 procent op het vermogen, waarover vervolgens 30 procent belasting moet worden betaald. Spaarders betalen hierdoor in de praktijk 1,2 procent belasting over hun saldo boven de heffingsvrije grens van circa 21.00 euro (42.000 voor paren). Vanwege de lage rente­stand is de spaarrente bij de meeste banken echter allang gedaald tot onder de 1 procent.

Om spaarders tegemoet te komen, wil het kabinet vanaf 2017 het fictieve rendement voor ‘kleine spaarders’ verlagen van

4 naar 2,9 procent. Ook wordt dit geschatte rendement meer afhankelijk gemaakt van de gemiddelde spaarrente in de afgelopen vijf jaar. Bovendien schuift de grens waarboven spaarbelasting verschuldigd is op naar 25.000 euro, aldus het FD vanmorgen.

Het fictieve rendement wordt daarentegen verhoogd voor ‘grotere spaarders’. Zo gaat het fictieve rendement voor vermogen vanaf 125.000 tot ongeveer 1 miljoen euro 4,7 procent bedragen. Daarboven wordt dit zelfs 5,5 procent.

Vermogende spaarders gaan hierdoor in veel gevallen juist meer spaarbelasting betalen. Het kabinet gaat ervan uit dat rijkere spaarders hun geld eerder beleggen, waarmee ze doorgaans een hoger rendement weten te behalen, dan de kleine spaarder, die zijn geld doorgaans op een spaarrekening laat staan.

Het nieuwe stelsel zou voor 3 miljoen van de in totaal circa 3,3 miljoen betalers van vermogensbelasting gunstiger uitpakken. Het omslagpunt zou voor een alleenstaande rond een bedrag van zo’n 240.000 euro liggen.

Verder zou het kabinet de regels voor schenkingen willen vereenvoudigen, waarmee ouders hun kinderen, mits het geld aan de eigen woning wordt besteedt, belastingvrij tot 100.000 euro kunnen schenken in plaats van het huidige maximum van 52.000 euro.

Donderdagmiddag werd al duidelijk dat het kabinet er tevens in is geslaagd de minnen weg te poetsen die er in het algemene koopkrachtbeeld voor volgend jaar nog stonden voor gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden.

Uit ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) bleek eerder deze maand nog dat gepensioneerden hun koopkracht volgens jaar, ondanks het economisch herstel, gemiddeld met 1,1 procent zouden zien dalen. Uitkeringsgerechtigden zouden er 0,3 procent op achteruitgaan.

Het kabinet had eerder al gezegd hier nog eens goed naar te zullen kijken. Het resultaat is dat geen van de groepen Nederlanders, zoals het CPB die hanteert in zijn koopkrachtplaatjes, nog in de min staat. Op die manier hopen VVD en PvdA bredere steun voor hun plannen te verkrijgen van de oppositie. Dat is ook nodig omdat het kabinet in de Eerste Kamer geen meerderheid heeft en ook samen met D66, CU en SGP –de drie partijen waarmee het kabinet tot nog toe veel zakendeed– zetels tekortkomt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer