Asser galgenveld mogelijk bebouwd
Een flinke rel heeft zich ontketend in de hoofdstad van Drenthe. Wie gaat de 20.000 euro betalen die nodig is voor archeologisch onderzoek van de bouwlocatie op de hoek Kloekhorststraat-Groningerstraat?
Bijna hadden de grijpende tanden van de graafmachines zich gebeten in de lugubere resten van moordenaars, brandstichters, dieven en zelfdoders. „Gelukkig hoorde ik net op tijd dat de gemeente uitgerekend op de plaats van het vroegere galgenveld een appartementencomplex, enkele winkels en een parkeergarage wil bouwen”, zegt amateur-historicus H. M. Luning uit Assen.
Luning was al enige tijd bezig met een onderzoek naar het terrein. Zijn vondsten -grotendeels gebaseerd op onbekend archiefmateriaal- publiceert hij binnenkort in het Asser Historisch Tijdschrift. Luning: „Vanwege het historische belang van het gebied pleit ik voor nader onderzoek van de bodem voordat met de bouw wordt begonnen.”
Dat belang zag de provinciaal archeoloog, dr. W. van der Sanden, ook in. Op hoge poten stuurde hij een brief naar de gemeenteraad van Assen. Zijn instituut, Drentsch Plateau, wil graag het onderzoek laten uitvoeren door professionele archeologen. Of de gemeente de kosten van 20.000 euro maar even op tafel wil leggen.
De bouw in het gebied ligt sinds augustus vorig jaar stil. Al in oktober 2002 verleende de gemeente Assen een bouwvergunning aan projectontwikkelaar Nijhuis. Uit bodemonderzoek door Van der Sanden blijken de bodemlagen niet verstoord te zijn. Het originele galgenveld is dus waarschijnlijk nog intact. Reden voor de bouwer om te weigeren aan verder onderzoek mee te werken.
De provinciaal archeoloog heeft na zijn onderzoek het te bebouwen gebied aangewezen als archeologische plaats. Hiermee valt het onder het Verdrag van Malta, waarin is afgesproken dat archeologische vondsten direct moeten worden gemeld.
M. Ton, woordvoerder van de gemeente Assen: „Uit het Verdrag van Malta blijkt niet dat het onderzoek door professionals gedaan moet worden. Wij denken het veel goedkoper te kunnen verrichten door amateur-archeologen in te schakelen. Dit is een buitenkansje voor hen en ze doen het werk net zo goed.”
Assen heeft inmiddels een brief naar de provincie Drenthe gestuurd om hulp in de netelige kwestie. Ton: „In de brief stellen we ook voor om de kosten gedrieën te delen: Assen, de provincie en de bouwer elk eenderde deel.”
Eind van deze maand verwacht de woordvoerder van de gemeente antwoord van de provincie te krijgen. „Dan zullen wij de gemeenteraad adviseren.” Zij moeten uiteindelijk bepalen of de gemeente Assen voor (een deel van) deze kosten zal opdraaien.
Het galgenveld is overigens al sinds het einde van de 18e eeuw niet meer in gebruik. Onder Franse cultuurinvloeden achtten velen alle galgen rijp voor afbraak. Ook die in Assen moest er in 1796 na ruim 130 jaar dienst aan geloven.
Als afschrikwekkend voorbeeld was de galg geplaatst langs de doorgaande weg. Vanaf 1672 vonden criminelen hier hun einde. Ook mensen uit heel Drenthe die zelfmoord hadden gepleegd, kregen op het galgenveld hun laatste rustplaats.
De Asser galg is volgens Luning zelden gebruikt. „Als eerste is in 1677 Hans Hansen opgehangen. In 1681 volgde pas de tweede. Het doden van een kind door de eigen moeder leidde in 1689 ook tot ophanging.” In de archieven vond Luning negen gevallen van het gebruik van de galg. „Maar het zijn er beslist meer geweest.”
Behalve de gehangenen werden ook andere ter dood veroordeelden onder of bij de galg begraven. De laatste die hier zijn graf vond, was Jan Swart uit Hoogeveen, die op de jaarmarkt Andries Veltman in koelen bloede had doodgestoken.
Het eerste huis dat op het galgenveld gebouwd is, maakte Hendrik Straatman in 1817. Hij gaf het de naam ”Het buitenleven is mijn genoegen”. In het begin wilde niemand hem als buurman vergezellen. De afkeer voor het galgenveld luwde mettertijd en rond 1880 was alles bebouwd.
Na de sloop van alle bestaande gebouwen zal er binnenkort wellicht weer nieuwe bebouwing verschijnen op deze historische grond. De naam van het appartementencomplex is al bekend: ”De Hoge Horst”.
Historicus Luning zag hier al weer onbedoelde symboliek in. „Veel gedode misdadigers werden op een rad tentoongesteld. Zo’n rad stond op een hoge paal, vergelijkbaar met een roofvogelnest, een horst.”