Chinese premier Wen Jiabao opent Volkscongres
In de Chinese hoofdstad Peking heeft premier Wen Jiabao vrijdag de jaarlijkse zitting van het parlement geopend. Op de agenda van het Volkscongres staat onder meer een aantal fundamentele aanpassingen van de grondwet zoals het erkennen van particulier eigendom. De drieduizend afgevaardigden blijven tien dagen bijeen.
Premier Wen Jiabao herhaalde in zijn openingsspeech tegen een onafhankelijk Taiwan te zijn. Hij zei dat Peking nooit zal toestaan dat Taiwan zich afsplitst van China. De hereniging moet, aldus Wen, op een vreedzame wijze plaatsvinden zoals bij de overdracht van Hongkong. Voor Taiwan ziet hij ook de oplossing in ’een land, twee systemen’.
Extra geld wordt uitgetrokken voor het leger. De uitgaven zullen dit jaar met 11,6 procent toenemen. Wen verklaarde vooral te willen investeren in technisch geavanceerde wapens. Hij zei verder dat de inkrimping van het leger met 200.000 manschappen tot 2,5 miljoen militairen in 2005 voltooid zal zijn.
De regering richt zich op een economische groei van 7 procent dit jaar. Een prioriteit is het verhogen van de welvaart van verarmde boeren. Verder zal de plattelandseconomie worden geherstructureerd en krijgen honderden miljoenen landarbeiders een belastingvoordeel. Wen beloofde de strijd tegen corruptie binnen de regerende elite te zullen voortzetten.
Tijdens de komende dagen zal het particuliere eigendom formeel worden geaccepteerd. Het geeft nog eens aan dat het communistische leiderschap van China alleen nog communistisch in naam is. De communistische partij stelde het lidmaatschap al eerder open voor particuliere zakenlieden. In de razendsnel groeiende Chinese economie maakt het particulier bedrijfsleven steeds meer de dienst uit. De Chinese staatsleiding wil voorkomen dat haar politieke grondslagen en legitimiteit daarin niet langer passen.
Ook zal er voor het eerst een amendement worden aangenomen waarin de staat nadrukkelijk „de mensenrechten respecteert en garandeert". Volgens veel waarnemers is het een teken dat dat president en partijleider Hu Jintao en premier Wen Jiabao het omstreden thema serieus nemen. Toch blijft ook nu overeind staan dat China het begrip mensenrechten anders uitlegt dan wat de internationale norm is. Voor Peking gaat het meer om economische en sociale vrijheden en minder om individuele politieke rechten.
De Chinese volksvertegenwoordiging is formeel de hoogste wetgevende macht in de volksrepubliek. In de praktijk zijn de volksvertegenwoordigers toch vooral de formele goedkeurders van het beleid van de hoogste politieke top, met president Hu en premier Wen als boegbeelden.