Meer geld voor christelijk onderwijs in Israël
JERUZALEM. De Israëlische minister van Onderwijs, Naftali Bennett, is van plan de subsidies voor christelijke scholen in zijn land te verhogen.
Hij hoopt dat de regering daarover over twee of drie weken een beslissing neemt. Dat heeft hij vertegenwoordigers van het christelijk onderwijs dinsdag verteld.
De scholen hebben om meer geld gevraagd. Door de vermindering van de subsidies in de afgelopen jaren, de prijsstijgingen en het beperkte bedrag dat ze van de ouders mochten vragen, waren de scholen in de rode cijfers terechtgekomen. De scholen hebben zelfs gedreigd volgende week dinsdag hun deuren dicht te houden, als de zomervakantie afgelopen is.
Ruim 30.000 Arabische kinderen, tieners en jongvolwassenen krijgen onderwijs op de vijftig christelijke scholen. Ook kinderen uit moslimgezinnen bezoeken deze onderwijsinstellingen, die van rooms-katholieke, orthodoxe of protestantse signatuur zijn.
De financiële problemen van de scholen kwamen gisteren ter sprake tijdens een ontmoeting tussen zes vertegenwoordigers van het christelijk onderwijs en minister Bennett. De ontmoeting had plaats in de ambtswoning van president Reuven Rivlin in Jeruzalem, die ook aanwezig was.
President Rivlin zei dat hij zich wil inzetten voor alle groepen in Israël en dat hij het werk van de christelijke scholen waardeert. Minister Bennett zei dat hij de rol van christenen in Israël van groot belang acht. Hij beloofde te helpen door de regering te vragen de subsidies voor het christelijk onderwijs te verhogen.
Botrus Mansour, algemeen directeur van de baptistenschool in Nazareth en aanwezig tijdens de ontmoeting, zegt dat het nog onduidelijk is of de verhoging die Bennett wil doorvoeren, voldoende zal zijn. De afgevaardigden van het christelijk onderwijs hopen deze week of begin volgende week concrete gegevens van de bewindsman te ontvangen.
„Als hij heeft geantwoord, kunnen we zien of het extra geld voldoende is. Als we evenveel ontvangen als orthodox-joodse of openbare scholen is het wat ons betreft in orde.”