Schreeuw om Leven houdt gebedsactie
DEN HAAG. Stichting Schreeuw om Leven organiseert zaterdag een gebedsactie bij de abortuskliniek in Houten. De prolifeorganisatie wil dat de overheid onderzoekt of er in Nederland –net als in Amerika– organen van geaborteerde baby’s worden verhandeld.
De Amerikaanse abortusorganisatie Planned Parenthood zou organen van geaborteerde kinderen verkopen aan biotechnologische bedrijven. In Nederland zijn zulke praktijken niet toegestaan. De Wet foetaal weefsel (WFW) verbiedt het om „een vergoeding te geven of te ontvangen voor terbeschikkingstelling” van organen of weefsels van een foetus die voor de 24e week van de zwangerschap is geaborteerd of dood geboren. Dit verbod betreft zowel de moeder als de kliniek of het ziekenhuis waar de baby ter wereld is gekomen.
Wat de Nederlandse wet wel toestaat, is het gebruik van foetaal weefsel voor „geneeskundige doeleinden, medisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek en medisch en biologisch wetenschappelijk onderwijs.”
Wetenschappers mogen het foetaal materiaal bovendien alleen gebruiken als het onderzoeksvoorstel is voorgelegd aan een medisch-ethische toetsingscommissie en die daar toestemming voor heeft gegeven.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ziet toe op de naleving van de Wet afbreking zwangerschap en de WFW. De IGZ heeft geen signalen of meldingen ontvangen dat de regels en richtlijnen niet worden nageleefd, zo liet minister Schippers vorig jaar weten na Kamervragen over de bestemming van foetaal weefsel.
Schreeuw om Leven sluit zich aan bij de gebedsactie die zaterdag in Amerika in honderden steden plaatsheeft. Van 11.00 tot 13.00 uur worden in Houten foetusmodelletjes neergelegd op Het Rond.