Of de zaak Thoenes daarmee voor een tribunaal voor de schendingen van de mensenrechten op Oost-Timor zal komen is nog niet duidelijk. Als het ergens berecht wordt, dan is dat bij het ad hoc tribunaal, aldus de woordvoerder. Wanneer het team van de hoogste procureur-generaal naar de Oost-Timorese hoofdstad Dili afreist is nog niet duidelijk.

Sander Thoenes, correspondent in Indonesië voor het Britse dagblad Financial Times en het weekblad Vrij Nederland, werd in september 1999 vermoord in Becora bij Dili. De Oost-Timorese bevolking had kort daarvoor massaal voor onafhankelijkheid en afscheiding van Indonesië gestemd in een referendum onder toezicht van de Verenigde Naties (VN).

In reactie op de uitslag pleegden pro-Indonesische milities en legereenheden op grote schaal geweld. Het Openbaar Ministerie is al lange tijd in het bezit van een onderzoeksrapport dat door Nederlandse rechercheurs in samenwerking met de VN is opgesteld. Daarin staan getuigenissen en de namen van de daders, onder wie enkele legerofficieren, zoals die uit het onderzoek bleken.

De procureur-generaal heeft daarvan kennis genomen, zegt de woordvoerder. Maar het dient slechts ter informatie, niet als bewijslast. Het ad hoc tribunaal, in de volksmond het Oost-Timor Tribunaal, moet deze maand van start gaan.

Eerder vonden in de zaak-Thoenes al getuigenverhoren op last van lagere procureur-generaals plaats.