Raad van Europa: Turkije geslaagd voor test
Turkije heeft bewezen dat het serieus werk maakt van grondwettelijke en wettelijke hervormingen en dat het niet langer in de gaten hoeft te worden gehouden als het gaat om democratische tekortkomingen. Dit staat in een rapport van de Raad van Europa, waarop het Britse persbureau Reuters de hand heeft weten te leggen. Het rapport wordt woensdag later op de middag officieel gepubliceerd.
„Turkije heeft de afgelopen drie jaar duidelijk blijk gegeven van zijn vastbeslotenheid en zijn capaciteit om te voldoen aan de statutaire verplichtingen van een lid van de Raad van Europa", aldus het rapport. De Raad stelt voor Turkije te schrappen van de lijst van landen die in de gaten worden gehouden omdat zij niet voldoende democratisch zijn. Turkije staat sinds 1996 op die lijst. Dit voorstel moet nog door de Assemblee van de Raad van Europa worden goedgekeurd, maar volgens diplomaten is dat een formaliteit.
Het speciale rapport van de Raad van Europa is een opsteker voor Turkije, dat graag lid wil worden van de Europese Unie. De Duitse bondskanselier Schröder steunde vorige maand tijdens een bezoek aan Ankara die kandidatuur nadrukkelijk.
Turkije is volgens de rapporteurs van de raad een „functionerende democratie met een meerpartijensysteem, vrije verkiezingen en scheiding der machten". Premier Erdogan, wiens kabinet in november 2002 aantrad, heeft „goed gebruik gemaakt van zijn absolute meerderheid in het parlement en de constante steun van de enige oppositiepartij om hervormingen te intensiveren en te versnellen".
De rapporteurs zijn ook tevreden over de wijze waarop de regering–Erdogan de rol van de indertijd oppermachtige Nationale Veiligheidsraad „heeft teruggebracht tot wat hij altijd had moeten blijven: een puur raadgevend orgaan op het gebied van defensie en nationale veiligheid". Via de Nationale Veiligheidsraad hadden de Turkse strijdkrachten zich een oppermachtige positie verworven. Daaraan is nu een eind gekomen.
Het rapport is niet lovend over alles. Zo noemt het de kiesdrempel van 10 procent voor de parlementsverkiezingen te hoog. Ook het verbieden van politieke partijen keuren de rapporteurs af. Turkije zou bovendien een ombudsman moeten instellen, de wetgeving over eerwraak moeten herzien en de wetgeving op het gebied van politieke partijen, vakbonden en media op Europees niveau moeten brengen.