Volgens advocaat Richard Korver die de familie bijstaat zijn de autoriteiten meteen uitgegaan van zelfmoord, maar zijn aannames gedaan op basis van eenzijdige en onjuiste informatie. Zo zou de woning in Groningen waar de vrouw vorig jaar werd gevonden van binnen afgesloten zijn, maar bleek dit niet te kloppen.

De nabestaanden hebben een procedure aangespannen bij het hof om via de rechter alsnog extra onderzoek af te dwingen door het OM. Het is voor hen de laatste kans om de toedracht van het overlijden uitgezocht te krijgen.

Korver vindt het de plicht van de overheid om meer onderzoek te doen. „Als je niet zoekt, zul je niet vinden”, was de strekking van zijn betoog. Korver heeft duidelijk gemaakt dat de familie kan accepteren dat Iris is overleden. „Maar wat ze niet kunnen accepteren is dat het iets anders geweest kan zijn dan zelfmoord en dat dit niet wordt uitgezocht”, aldus de advocaat.

Korver roerde ook het maatschappelijke debat aan over andere vermeende zelfmoorden waarbij later vraagtekens zijn geplaatst, zoals de Amsterdamse Talitha en de Alkmaarse Michelle Mooij.

Iris werd vorig jaar op 6 juli in Groningen dood gevonden, hangend aan een koord. Op verzoek van de familie is het lichaam van Iris later opgegraven. Patholoog-anatoom Frank van de Goot concludeerde daarna dat de conclusie zelfmoord kan worden betwijfeld.