Het „disproportionele aantal” zwarte ongewapende mannen dat door de politie wordt gedood, verklaart waarom de woede een jaar na ‘Ferguson’ nog groot is, meldde de krant. Sindsdien krijgen dergelijke incidenten, die vroeger de publiciteit niet eens haalden, veel aandacht, aldus The Washington Post.

„Ferguson betekende een omme­keer voor de politie. Politiemensen weten dat hun gedrag onder een vergrootglas ligt”, zegt Mark Lomax, directeur van de Amerikaanse organisatie die politie­acties bijhoudt, in de krant. Volgens Paul Butler, hoogleraar aan de universiteit van Georgetown, was de politie vóór Ferguson onaantastbaar, aldus het dagblad.

Het was zondag precies een jaar geleden dat de zwarte ongewapende tiener Michael Brown in Fer­guson werd doodgeschoten door een politieagent. De dood van Brown leidde tot hevige rellen en was het startschot voor een landelijk debat over buitensporig politie­geweld tegen Afro-Amerikanen.

Uitgerekend op de dag van de herdenking van Brown kwam zondag naar buiten dat de FBI onderzoek doet naar de dood van een zwarte tiener in de stad Dallas in de staat Texas. De ongewapende Christian Taylor (19) werd vrijdag door een agent dood­geschoten na een inbraakmelding bij een autodealer.

Tijdens de herdenking kwam het zondagavond in Ferguson tot opstootjes tussen de politie en een groep demonstranten. Daarbij werden schoten gelost, liet de politie weten op Twitter.

Om 12.02 uur, het moment waarop Brown werd dood­geschoten, werd in Ferguson 4,5 minuut stilte gehouden. Dat aantal minuten staat symbool voor de 4,5 uur dat het lichaam van Brown op straat lag nadat hij was neergeschoten. Daarna werden twee duiven losgelaten en begon een mars die werd geleid door de vader van Brown. Honderden mensen namen deel aan de optocht. De politie hield zich grotendeels afzijdig.