Alleen in Vermont werd Kerry verslagen en wel door oud-gouverneur Howard Dean, die zich vorige maand terugtrok uit de presidentiële race. Hij stond in zijn eigen staat echter nog op de lijst. De Democratische kiezers gaven hem de voorkeur met 58 procent van de stemmen tegenover 34 procent voor Kerry. John Kerry scoorde grote overwinningen in Californië, met 65 procent tegenover Edwards 19 procent, in New York, met 60 procent tegen 20 procent voor Edwards en in Ohio, waar Edwards 34 procent van de stemmen kreeg en Kerry won met 52 procent. Deze drie staten leverden Kerry de meeste afgevaardigden op voor de Democratische partijconventie in augustus. Kerry won verder met een ruime meerderheid in zijn thuisstaat, Massachusetts, in Connecticut, Minnesota, Maryland en Rhode Island.

Alleen in de zuidelijke staat Georgia was het nog even spannend. Uiteindelijk won Kerry ook daar met 47 procent tegenover 42 procent voor Edwards. De laatste heeft vorige maand alleen gewonnen in South Carolina, waar hij is geboren. Medewerkers van zijn staf kondigden dinsdag aan dat hij woensdag niet zou doorreizen naar Texas, maar zou terugkeren naar zijn thuisstaat, North Carolina. Daar zal hij donderdag formeel bekendmaken dat hij verder afziet van zijn presidentiële ambities. President Bush -verzekerd van de Republikeinse presidentskandidatuur- heeft Kerry dinsdagavond telefonisch gefeliciteerd met zijn ruime overwinning.

Bush zei in het telefoongesprek een „levendige verkiezingscampagne” te verwachten in zijn strijd tegen Kerry. Die is vrijwel verzekerd van de Democratische presidentskandidatuur, hoewel hij formeel nog niet voldoende afgevaardigden verzameld heeft. Zijn twee overgebleven rivalen, ds. Al Sharpton uit New York en afgevaardigde Dennis Kucinich uit Ohio, zijn echter te verwaarlozen als serieuze tegenstanders. Dat betekent dat Kerry de enige geloofwaardige kandidaat is, nu Edwards de strijd opgeeft. Grote vraag wordt nu wie Kerry kiest als zijn ”running mate”, zijn kandidaat voor het vice-presidentschap.

Volgens een artikel in het dagblad The New York Times zijn John Kerry en zijn (inmiddels uitgeschakelde) rivaal John Edwards geen grote vrienden en zouden zij daarom geen goed duo vormen om het op te nemen tegen president George Bush en vice-president Dick Cheney. Vriendschap is bij zulke keuzes echter geen overweging, volgens politiek analist Chris Edwards van het Cato Research Instituut in Washington. „Lyndon Johnson was ook geen groot vriend van John Kennedy, maar toch werd hij gekozen als running mate om de zuidelijke staten voor Kennedy binnen te halen. Dezelfde overweging zou voor Edwards kunnen gelden, hoewel men ook andere namen kan bedenken van politici die de noorderling Kerry zouden kunnen helpen het zuiden te veroveren”, aldus Edwards.

Een punt van overwegend belang voor de Democraten wordt nu ”fundraising”, het inzamelen van geld voor de campagne tegen Bush. Deze heeft al een politieke ’oorlogskas’ van 130 miljoen dollar. Daarbij steken de 3 miljoen dollar waarover Kerry nu beschikt wel erg mager af. Volgens sommige analisten wil de partij oud-president Bill Clinton inzetten als fundraiser en misschien ook zijn vrouw, senator Hillary Rodham Clinton, die bijzonder populair is onder de Democraten. Volgens Democratisch partijvoorzitter Terry McAuliffe is het mogelijk om „voldoende” geld bijeen te krijgen om een effectieve campagne te voeren. Hoeveel dat concreet moet zijn, wilde hij echter niet kwijt.